S
AEY
F
ENIX
V
ITRO
v. 02 - 27062012
7
NEDERLANDS
Veel problemen met haarden vinden hun oorzaak in slecht werkende schouwen. Daarom enkele tips:
Een rond kanaal heeft de voorkeur (minder wrijving)
De diameter van de schouw mag nooit kleiner zijn dan deze van het toestel (uitgezonderd bij zeer lange
schouwen waar men soms een vernauwing dient te plaatsen in de schouw).
De monding van de schoorsteen dient vrij te zijn van hindernissen.
De schoorsteen dient zo verticaal als mogelijk te zijn met een minimum aan bochten.
De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en reinigingsopeningen in
de kelder of op het dak!
De schoorsteen mag niet te veel aansluitingen bevatten – dit remt de opwaartse druk. Raadpleeg uw
schoorsteenspecialist!
De schoorsteenaansluitingen van verschillende stookplaatsen mogen niet tegenover elkaar resp. op dezelfde
hoogte liggen, eveneens om te vermijden dat verbrandingsgassen niet afgevoerd worden. Twee aansluitingen van
rookafvoerbuizen moeten minstens 30 cm, in de hoogterichting, van elkaar verwijderd zijn.
Voor wat betreft de monding van de schoorsteen dient u uw nationale wetgeving te volgen. Voor België de NBN
61-001. Hier enkele regels uit deze norm m.b.t. de monding van schoorstenen:
Zone 1 :
Uitmonden van de
schoorsteen is zonder
meer toegestaan (liefst
zonder statische
afvoerkap)
Zone 2 :
Uitmonden van de schoorsteen is enkel toegestaan
wanneer boven de schoorsteentop een statistische
afvoerkap is aangebracht.
Zone 3 :
Uitmonden van de
schoorsteen is absoluut
verboden.
Voor de details betreffende de schoorstenen verwijzen wij u door naar de respectievelijke normen waaraan de
schoorstenen dienen te voldoen.