ELSA
43
gecontroleerd kan worden zonder dat de
zak geopend hoeft te worden.
Er zijn geen beperkingen qua
houdbaarheidsduur op voorwaarde dat
de apparatuur regelmatig onderhouden
wordt in overeenstemming met de
onderhoudseisen in de
ELSA
Onderhoudshandleiding.
ELSA
apparatuur moet uit de buurt van
directe warmte en zonlicht opgeslagen
worden en moet gebruikt worden tussen
de -15°C en +60°C. Voordat de
apparatuur onder zeer lage temperaturen
opgeslagen wordt, moeten met name de
ventielflappen helemaal droog zijn.
2.2 HOOFDKAP
De hoofdkap is gefabriceerd uit zeer
opvallende, vlambestendige PVC of met
PVC gecoate materialen met een
rubberen nekafdichting.
Een binnenmasker dat over de neus en
mond van de drager wordt geplaatst,
beperkt het aanslaan van het vizier en
dode ruimten met kooldioxide.
Metalen veerstrips houden het vizier plat
tijdens de opslag en vormen de hoofdkap
tijdens het gebruik zodanig dat hij het
binnenmasker tegen het gezicht van de
drager aan houdt.
Het afgedichte schuimblok aan de
achterkant binnen in de hoofdkap houdt
de kap op zijn plaats als de drager zijn
hoofd beweegt.
Het geveerde uitademventiel helpt de
druk in de hoofdkap boven de
omgevingsdruk te houden.
2.3 REDUCEER-/
CILINDERVENTIEL
Het reduceer-/cilinderventiel is permanent
op de cilinder geschroefd. Het is een
toestel met een veer en plunjer met een
vaste stuwopening. Het cilinderventiel
gaat automatisch open wanneer de
slagpin losgetrokken wordt waardoor er
lucht uit het reduceerventiel in de
hoofdkap kan stromen.
Als reservevoorziening is er een
activeringsbandje voorzien dat gebruikt
kan worden om slagpinnen die niet
losraken wanneer de zak geopend wordt
los te trekken.
Indien de afsluiter niet in werking treedt,
wanneer de ontspanningspin is
weggetrokken, dan kan de rode
EMERGENCY PULL
boven op de afsluiter
omhoog gewurd worden, zodat de
afsluiter in werking treedt.
Er klinkt een waarschuwingsfluitje als de
vastgestelde tijdsduur (10 of 15 minuten)
bereikt is. Na dit punt neemt het
kooldioxidepeil in de hoofdkap toe en
moet de kap zo snel mogelijk verwijderd
worden zodra de drager zich buiten de
gevarenzone bevindt.
Het middendruksysteem wordt
beschermd tegen overdruk door middel
van een overdrukventiel in het
reduceerventiel.
De inhoudsmeter geeft aan hoe vol de
cilinder is; dit niveau moet volledig
onderhouden wordt waarbij de naald in
het groene gedeelte van de meter moet
staan.
Het oranje gebied op de meter geeft de
minimale cilindervulling aan waarmee de
gespecificeerde tijdsduur behaald kan
worden.
Dit vulniveau is NIET
acceptabel voor apparatuur die aan
personeel verstrekt is of die klaar is
voor gebruik.
De vuladapter voldoet aan prEN 144-2 :
1996.