51
Nederlands
NL
GB
PT
DK
SE
FI
NO
RU
PL
CZ
HU
RO
LV
LT
EE
HR
SI
SK
GR
TR
FR
DE
ES
IT
BEDIENING
Q
Gebruik altijd schone, scherpe en op de juiste wijze
geïnstalleerde zaagbladen. Zaag nooit met een bot
zaagblad.
Q
Zorg voor voldoende ondersteuning voordat u begint
te zagen.
Q
Druk tijdens het zagen stevig en regelmatig op de
zaag. Forceer nooit.
Q
Zaag geen kromgetrokken of vochtig hout.
Q
Houd de zaagmachine met twee handen vast en
zorg dat u stevig staat om een eventuele terugslag te
kunnen opvangen.
WAARSCHUWING
Wees altijd oplettend wanneer u uw zaag
gebruikt en zorg dat u het apparaat onder
controle houdt. Haal de zaagmachine niet uit het
werkstuk zolang het zaagblad nog draait.
ZAAGBLADEN
Zelfs de beste zaagbladen zijn niet efficiënt als ze niet
goed onderhouden worden (schoongemaakt, geslepen en
goed geïnstalleerd). Het gebruik van een bot geworden
zaagblad vermindert het rendement van de zaagmachine
en verhoogt het risico van terugslagen. Zorg dat u altijd
scherpgeslepen reservezaagbladen bij de hand hebt.
Op het zaagblad aangekoekte hars zal uw zaag
afremmen. Demonteer het zaagblad en gebruik warm
water om het opgehoopte hars te verwijderen.
GEBRUIK
GEEN BENZINE.
BEVEILIGING VAN HET ZAAGBLAD (afb. 9)
De onderste beschermkap die op uw accu-cirkelzaag
is bevestigd dient speciaal voor uw bescherming en uw
veiligheid. Deze beveiliging mag u onder geen enkele
voorwaarde wijzigen. Als deze beschadigd is, mag
u de zaag niet aanzetten voordat de kap vervangen
of gerepareerd is. Laat de beschermkap altijd in de
bedrijfsstand wanneer u de zaag gebruikt.
GEVAAR
Tijdens het doorzagen van een werkstuk bedekt de
onderste beschermkap niet het gedeelte van het
zaagblad dat onder het werkstuk uitsteekt. Houd
uw handen en vingers daarom uit de buurt van de
zaagzone. Het bewegende zaagblad mag nooit
in aanraking komen met enig lichaamsdeel om
gevaar voor ernstig lichamelijk letsel te voorkomen.
LET OP
Gebruik uw cirkelzaag nooit wanneer de
beschermkap niet goed werkt. Controleer
vóór elk gebruik of de beschermkap goed
werkt. De beschermkap werkt goed wanneer
hij vrij beweegt en snel en gemakkelijk sluit.
Als de zaag gevallen is, gebruik hem dan niet
voordat u bij alle zaagdiepte-instellingen heeft
gecontroleerd of de onderste beschermkap en
de aanslag niet beschadigd zijn.
ZAAGMACHINE AAN- EN UITZETTEN (afb. 10)
Zo zet u de zaagmachine aan:
Q
Druk de vergrendelknop van de drukschakelaar in.
Q
Druk de drukschakelaar in.
Q
Wacht altijd tot het zaagblad het maximale toerental
heeft bereikt voordat u het zaagblad in het werkstuk
laat dringen.
WAARSCHUWING
Het zaagblad mag niet met het hout in aanraking
komen voordat het zijn maximale toerental heeft
bereikt. Dit kan namelijk het terugstuiten van de zaag
tot gevolg hebben en ernstig letsel veroorzaken.
Q
Zo zet u de zaagmachine uit:
laat de drukschakelaar los.
Q
Na de drukschakelaar te hebben losgelaten wacht
u tot het blad geheel tot stilstand is gekomen.
Haal
de zaagmachine niet uit het werkstuk zolang het
zaagblad nog draait.
O N T G R E N D E L K N O P V A N D E
DRUKSCHAKELAAR (afb. 10)
De ontgrendelknop van de drukschakelaar beperkt het
gevaar dat de zaag ongewild in werking treedt. Deze
ontgrendelknop bevindt zich op de handgreep, boven de
drukschakelaar. Voordat de drukschakelaar kan worden
ingedrukt moet eerst deze knop worden ingedrukt. Zodra
u de drukschakelaar loslaat, wordt deze automatisch
weer vergrendeld.
Opmerking:
u kunt de ontgrendelknop aan elk van beide
kanten van de handgreep indrukken.
ZAAGDIEPTE INSTELLEN (afb. 11)
Zorg dat u altijd de juiste zaagdiepte instelt, wetende dat
het zaagblad nooit meer dan 6,35 mm onder het werkstuk
mag uitsteken. Een grotere zaagdiepte verhoogt het
risico van terugstuiten en geeft een grove zaagsnede.
Om de zaagdiepte nauwkeuriger te kunnen instellen
gebruikt u als volgt de schaalverdeling op de bovenste
zaagbladbeschermkap:
Q
Draai de instelknop voor de zaagdiepte los.
Q
Bepaal de gewenste zaagdiepte.
961075070-03_LCS180_EU.indd Sec1:51
961075070-03_LCS180_EU.indd Sec1:51
1/5/10 10:46:54 AM
1/5/10 10:46:54 AM