36
NL
1
Installatie
1.
Markeer de gaten van de instal-
latiebeugels op de muur.
2.
Boor de gaten en plaats de plug-
gen.
3.
Installeer het apparaat met de
schroeven.
4A
Externe bekabeling /
dichting
1.
Snijd de kap van de dichting.
2.
Bevestig de dichting aan het ap-
paraat.
3.
Installeer de trekontlasting.
4 B
Externe bekabeling
1.
Schuif de kabel door de dichting
en de trekontlasting.
2.
Draai de schroeven van de trek-
ontlasting vast.
3.
Sluit dit zoals afgebeeld op de
aansluiting aan.
4C
Externe bekabeling /
deksel
Als de externe bekabeling wordt ge-
bruikt om het apparaat aan te slui-
ten, snijd dan de kabelpoort uit de
deksel.
2
Stroomvoorziening
Schakel de automatische zekering
uit. Controleer dat deze voor alle
polen is afgesloten.
3
Elektische aansluiting
Als een externe schakelaar - bijvoor-
beeld een lichtschakelaar, thermo-
staat etc. - wordt gebruikt om het
apparaat te bedienen; deze moet
zich tussen de de L en draad be-
vinden.