4. Draai de vlammenregelaar (4.) twee keer naar links
(tegen de klok in). Hou een vlam op 1-3cm van de
brander af en het gas ontsteekt meteen.
5. Een normale vlam is stabiel en brandt naar boven met
een blauwe of saffraangele kleur, afhankelijk van hoe
hoog het gas staat.
Draai de vlammenregelaar (4.) met de klok mee om het
vuur zachter te zetten, draai de knop tegen de klok in om
het vuur harder te zetten.
Als je vlam gaat fakkelen (hoge gele vlammen), bijvoorbeeld
wanneer je de brander verplaatst terwijl hij aan staat, draai
het vuur dan zachter en wacht een paar seconden. Draai het
vuur dan langzaam weer hoger tot het gewenste niveau.
Voorkom de flexibele slang te verdraaien.
Inspecteer de geïntegreerde gasafsluiting regelmatig op
beschadigingen. Doe warm zeepwater op de verbinding en
het koppelstuk van het apparaat zodat eventuele lekken
zichtbaar worden doordat er bellen ontstaan. Als je gas
hoort of ruikt, probeer dan niet het apparaat aan te steken.
Als je gas ruikt: steek het apparaat niet aan. Doof elk vuur,
sluit de toevoer van brandstof af.
VERVANGEN VAN HET GASBLIKJE:
Zorg ervoor dat de brander uit is voordat het gasblikje eraf
gehaald wordt.
Laat de stoof volledig afkoelen.
Sluit de toevoer van gas volledig af door de vlammenrege-
laar (4.) naar rechts (met de klok mee) naar de OFF stand
te draaien.
Schroef het blik voorzichtig van het gasventiel (5.) af, door het
tegen de klok in te draaien – wees voorzichtig, want hierbij
ontsnapt een klein beetje gas aan de atmosfeer.
Voor de veiligheid, en om het milieu te beschermen, gooi het
lege blik niet zomaar weg, maar sorteer het bij het juiste afval.
Maak het blik niet plat en gooi het niet in een vuur.
ONDERHOUD EN REPARATIES:
Als de druk wegvalt, kan het gas niet ontsteken. Bekijk of er
nog brandstof in het gasblikje zit – je kan het vloeibare gas
horen en voelen bewegen als je met het blikje schudt. Als er
nog gas inzit kan de brander verstopt zijn. Maak het schoon
met een doekje gedrenkt in methylalcohol.
Blaas door de ventilatieschacht om de brander en straal
schoon te maken. Steek er geen pinnetje in omdat dit het
kan beschadigen, wat gevaarlijk kan zijn.
Zet hem weer in elkaar en schroef de brander goed vast,
zodat het luchtdicht vastzit. Schroef het gasblikje er weer
op door de bovenstaande aanwijzingen te volgen.
Inspecteer de geïntegreerde gasafsluiting regelmatig op
beschadigingen. Doe warm zeepwater op de verbinding en
het koppelstuk van het apparaat zodat eventuele lekken
zichtbaar worden doordat er bellen ontstaan. Als je gas
hoort of ruikt, probeer dan niet het apparaat aan te steken.
Als je gas ruikt: steek het apparaat niet aan. Doof elk vuur,
sluit de toevoer van brandstof af.
Om onveilige situaties te voorkomen en om de garantie te
behouden, probeer op generlei manier je brander te onder-
houden, veranderen of repareren, tenzij het in deze gebruik-
saanwijzing beschreven staat.
Voor reserveonderdelen en reparatieservice, neem contact
op met Oase Ou45 70 22 85 00 of [email protected]
12