Aansluiten van de verbruiker
• Steek de stekker van de verbruiker (luchtbevochtiger, luchtontvochtiger,
luchtverversingsinstallatie e.d.) in de contactdoos aan de voorkant van de
luchtvochtigheidregelaar.
• Houd rekening met het max. aansluitvermogen van de luchtvochtigheidregelaar, zie hoofdstuk
“Technische gegevens”.
• Als de verbruiker losgekoppeld dient te worden, dan houdt u de luchtvochtigheidregelaar vast
en trekt u de stekker van de verbruiker uit de contactdoos van de luchtvochtigheidregelaar.
Luchtvochtigheidregelaar in-/uitschakelen
Druk kort op toets “ “ om de luchtvochtigheidregelaar in resp. uit te schakelen.
a) Luchtvochtigheidregelaar ingeschakeld:
De LED links naast de display geeft aan, of de frontcontactdoos
en dus de verbruiker in resp. uitgeschakeld is:
LED licht rood op:
Uit
LED gaat groen branden: Aan
Bij ingeschakelde frontcontactdoos/verbruiker wordt bovendien tussen “RH” en SET” het symbool
voor de actuele bedrijfsmodus (luchtbevochtiging “ “ of luchtontvochtiging “ “) ingevoegd.
b) Luchtvochtigheidregelaar uitgeschakeld:
Linksonder in de display wordt de actuele luchtvochtigheid van
de omgeving weergegeven en boven de actuele bedrijfsmodus
(luchtbevochtiging “ “ of luchtontvochtiging “ “). De LED links
naast de display brandt niet.
Beschrijving van de werking
Een schakelproces bij over- en onderschrijden van de ingestelde schakelgrens
(afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus) vindt pas dan plaats, als de gemeten
luchtvochtigheid enige tijd boven resp. onder de ingestelde schakelgrens ligt.
Zo wordt niet te vaak omgeschakeld bij snel wisselende luchtvochtigheid van de
omgeving.
a) Bedrijfsmodus 1 (“ “), luchtbevochtiging
Deze functie kan bijv. worden gebruikt om een luchtbevochtiger te gebruiken (als deze bijv. niet
over een eigen luchtvochtigheidregeling beschikt).
Voorbeeld:
• De schakelgrens is op 60% ingesteld, de luchtvochtigheid daalt tot 50%.
• De aangesloten luchtbevochtiger wordt zolang ingeschakeld, tot de luchtvochtigheid weer bij
resp. boven 60% ligt.
• Bij het overschrijden van de schakelgrens wordt de luchtbevochtiger direct weer uitgeschakeld.
• Daalt de luchtvochtigheid van de omgeving enige tijd lang tot onder de schakelgrens (zoals aan
het begin beschreven verhindert dit te vaak schakelen), dan wordt de luchtbevochtiger weer
ingeschakeld.
• De LED links naast de display geeft aan, of de frontcontactdoos en dus de luchtbevochtiger
in- resp. uitgeschakeld is.
LED licht rood op: Uit
LED gaat groen branden: Aan
b) Bedrijfsmodus 2 (“ “), luchtontvochtiging
Deze functie kan bijv. worden gebruikt om een luchtontvochtiger te gebruiken (als deze bijv. niet
over een eigen luchtvochtigheidregeling beschikt) of een luchtverversingsinstallatie.
Voorbeeld:
• De schakelgrens is op 60% ingesteld, de luchtvochtigheid stijgt tot 80%.
• De aangesloten luchtontvochtiger (of een luchtverversingsinstallatie) wordt zolang
ingeschakeld, tot de luchtvochtigheid onder 60% ligt.
• Bij het onderschrijden van de schakelgrens wordt de luchtontvochtiger (of een
luchtverversingsinstallatie) direct weer uitgeschakeld.
• Stijgt de luchtvochtigheid van de omgeving enige tijd lang boven de schakelgrens (zoals aan
het begin beschreven verhindert dit te vaak schakelen), dan wordt de luchtontvochtiger of een
luchtverversingsinstallatie weer ingeschakeld
• De LED links naast de display geeft aan, of de frontcontactdoos en dus de verbruiker in- resp.
uitgeschakeld is.
LED licht rood op: Uit
LED gaat groen branden: Aan
Onderhoud en schoonmaken
• De luchtvochtigheidregelaar is voor u onderhoudsvrij, demonteer het product nooit. Onderhoud
of reparaties mogen uitsluitend door een elektromonteur worden uitgevoerd.
• Trek voordat u de luchtvochtigheidregelaar schoonmaakt de stekker uit de contactdoos, koppel
een aangesloten verbruiker los van de luchtvochtigheidregelaar.
• Maak de luchtvochtigheidregelaar schoon met een schone, droge en zachte doek. Druk niet te
hard op de display, daardoor kan deze beschadigd raken!
• U kunt stof zeer gemakkelijk met een schone en zachte kwast en een stofzuiger verwijderen.
Verwijdering
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil.
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen
voor afvalverwerking inleveren.
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ..........................................230 V/AC, 50 Hz
Schakelvermogen* ...................................... 16 A, 3680 W (ohmse belasting)
2 A 460 W (inductieve belasting)
Beschermklasse...........................................I
Luchtvochtigheidsbereik ............................20 – 90 % relatieve luchtvochtigheid, niet condenserend
Nauwkeurigheid ...........................................5 %
Geïntegreerde hulpaccu ............................. 2,4 V NiMH 40 mAh accu
(voor gegevensbehoud van de ingestelde schakelgrens)
Bedrijfstemperatuur ....................................0 tot +40 °C
Opslagtemperatuur ......................................0 tot +40 °C
Afmetingen ....................................................ca. 110 x 60 x 40 mm
Gewicht:.........................................................ca. 137 g
* Verbruikers met voornamelijk ohmse last zijn bijv. gloeilampen en verwarmingen. Verbruikers
met inductieve last zijn bijv. motoren, voorschakelapparaten, conventionele transformators en
energiebesparende lampen.
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2015 bei Conrad Electronic SE.
V2_1015_02_JH