4
Remeha
Gas 210 ECO
ALGEMEEN
Dit gebruikersvoorschrift bevat nuttige en belangrijke
informatie voor het goed functioneren en onderhou-
den van de Remeha Gas 210 ECO. Tevens bevat het
belangrijke aanwijzingen om een zo veilig en storingsvrij
mogelijk functioneren van de ketel mogelijk te maken.
Lees vóór het in bedrijfstellen van de ketel deze handlei-
ding goed door, maak u met de werking en de bediening
van de ketel goed vertrouwd en volg de gegeven aan-
wijzingen stipt op.
Uw installateur levert meestal een gebruikersin-
structie voor de hele installatie. Volg, indien aanwe-
zig, allereerst deze gebruikersinstructies op.
Opmerking:
Als gebruiker is het niet toegestaan iets
aan uw ketel te wijzigen.
afb. 01
Doorsnede Gas 210 ECO (160 kW uitvoering
wordt getoond)
WERKINGSPRINCIPE
Aan de inlaatzijde van de ventilator
(7)
is het speciale
IMS inlaatstuk
(6)
geplaatst. De letters IMS staan voor
geIntegreerd MengSysteem, een mechanisch mengsy-
steem waarbij zowel de lucht als het gas in een vaste
verhouding met elkaar gemengd worden.
Bij warmtevraag wordt het IMS opengestuurd en zal
de ventilator gaan voorspoelen. De ventilator zuigt de
verbrandingslucht aan via de luchttoevoeropening
(1)
waarbij de lucht in het IMS-systeem optimaal met het
gas uit het gasmultiblok
(11)
wordt gemengd. Het homo-
gene gas-/luchtmengsel wordt door de ventilator naar
de brander
(8)
gebracht. Afhankelijk van de instellingen
en de heersende watertemperaturen, gemeten door de
temperatuursensoren, wordt het vermogen van het
toestel geregeld. Het mengsel wordt vervolgens
ontstoken door de gecombineerde ontstekings- en
ionisatie-electrode
(9)
, die tevens voor vlambewaking
zorgt, waarna de verbranding plaatsvindt. Na de
verbranding worden de hete rookgassen door de
gietaluminium warmtewisselaar
(12)
geleid. Hier zullen
de rookgassen hun warmte afdragen aan het c.v.-water
in de warmtewisselaar. Bij retourtemperaturen beneden
het dauwpunt (ca. 55°C, de temperatuur waarbij de in
de rookgassen aanwezige waterdamp begint te conden-
seren) zal de waterdamp in de rookgassen condenseren
in het onderste deel van de warmtewisselaar. De warm-
te die bij dit condensatieproces vrijkomt (de zogenaam-
de latente of condensatiewarmte) wordt eveneens aan
het c.v.-water overgedragen. Het gevormde condenswa-
ter wordt via een sifon
(18)
afgevoerd. De rookgassen
keren in de condensbak
(17)
en worden afgevoerd via
de rookgasafvoerleiding
(2)
.
Содержание Gas 210 ECO
Страница 2: ...2 Remeha Gas 210 ECO...