98
Staartfunctie
Omdat de modelhelikopter twee contraroterende rotoren heeft, ontstaat er ook geen koppel rond de rotoras. De
helikopter heeft dus geen staartrotor nodig voor de stabilisering.
Om het model rond de rotoras te kunnen draaien, draaien de beide rotoren met lichtjes verschillende toerentallen en
zo begint het model te draaien (zie afb. 11). De bediening van de staartfunctie gebeurt tevens met de linker stuurknuppel
(zie afb. 1, positie 11). Als u de knuppel lichtjes naar links beweegt, zal de punt van de romp naar links draaien. Indien
u naar rechts stuurt, draait de punt van de romp zich eveneens naar rechts.
Afbeelding 11
Roll functie
Met behulp van de roll functie kunt u de helikopter zijwaarts naar links en rechts bewegen (zie afb. 12). De bediening
gebeurt met de rechter stuurknuppel (zie afb. 1, positie 3).
Als u de knuppel lichtjes naar links beweegt, zal het model zijdelings naar links gaan. Stuurt u naar rechts, dan drift het
model zijwaarts naar rechts.
Afbeelding 12
Содержание EC 135
Страница 110: ...110 ...
Страница 111: ...111 ...