97
Naargelang welke boring van de roerhoorn in de vorkkop wordt ingehangen, kan de roeruitslag gericht worden beïnvloed. Als de vorkkop dichter bij het draaipunt
van het roer wordt ingehangen, vergroot de roeruitslag. Als de vorkkop verder naar buiten wordt ingehangen, verkleint die roeruitslag.
i) Controleren en instellen van de hoogteroerservo
Om ook bij het hoogteroer naar boven en naar onder roeruitslagen van
dezelfde grootte te krijgen, is het nodig dat de hefboom van de hoogteroer-
servo onder een hoek van 90° met de stuurstang staat (zie afb. 11, pos 2
en 3). Eventueel kunt u ook op de hoogteroerservo de hefboom 'nokgewijs'
corrigeren.
Zodra alle controle- en instelwerkzaamheden aan de servo's in de romp
zijn afgesloten, plaatst u de bodem van de cockpit terug, en zet u de kap
terug op. Tot slot borgt u de rand van de kap met een strookje tape, dat u
half op de kap en half op de romp kleeft.
j) Controleren van de looprichting van het rolroer
Nadat u reeds voor de montage van het onderste draagvlak de stand van de beide rolroervlakken controleerde (zie deel 11a), moet u nu nog alleen de correcte
looprichting van het rolroer controleren.
Stel eerst de zender en vervolgens het model in werking. De trimhefboom voor het rolroer (zie afb. 2, positie 5) moet in de middenpositie staan. Indien het linker
rolroer (1) of het rechter rolroer (2) licht naar boven of naar onder wijzen, kunt u door verdraaien van de betrokken vorkkop de vereiste lengte van de roerbesturing
precies instellen en zo het rolroer exact afregelen (zie ook afb. 5b).
Afb. 14a
Afb. 13
Содержание 206050
Страница 106: ...106 ...
Страница 107: ...107 ...