8. De bedrijfsmodus van het uitgangskanaal instellen op bistabiel of tijdelijk.
Om de C1 of C2-kanaalmodus in te stellen, drukt u kort op knop C1 of C2, de rode LED C1 of C2 gaat branden
en de gele LED geeft de momenteel ingestelde kanaalmodus (MOM / MONO / BIST) aan. Stel de gewenste
bedrijfsmodus in door herhaaldelijk op de knop C1 of C2 te drukken. De gele LED MOM stelt de
kortstondige modus in, de LED met de BIST-beschrijving - bistabiele modus. Houd de knop C1 of C2 van de
ontvanger ingedrukt om de geselecteerde bedieningsmodus te bevestigen. De LED C1 of C2 knippert en
de LED's C1 of C2 en MOM of BIST gaan uit. De bedrijfsmodus wordt opgeslagen.
Door op de aangrenzende kanaalknop te drukken, verlaat u de programmeermodus zonder de
wijzigingen te bevestigen.
1
2
3
DRUK OP C1 OF C2
C1 OF C2
+ MOM/MONO/BIST
BRANDEN
DRUK OP C1 OF C2 OM
MOM OF BIST IN TE STELLEN
3
OM TE BEVESTIGEN DRUK
OP C1 OF C2 EN HOUD
DEZE INGEDRUKT
Fig.9
De bedrijfsmodus van het uitgangskanaal instellen op bistabiel of tijdelijk.
NL