79
Brandt de weergave-LED POWER (5)
draai de luidsterkte van de autoradio op
ca. 75 % van de maximale luidsterkte.
Stel nu het maximale volume van de
luidsprekers met de regelaar/s GAIN (3)
op een voor u te verdragen maat in. Bij
het gebruik van meerdere eindtrappen
pas het volume van de verschillende
eindtrappen onderling aan.
Stel na deze instelling met de volumere-
gelaar van de autoradio een gemiddeld
volumeniveau in.
Om een optimale klank te bereiken, kun-
nen nu nog de ingestelde scheidingsfre-
quenties met de regelaars HPF (1) en
LPF (2) licht worden veranderd.
Bij te zwake diepbasweergave kunt u
met de schakelaar SUPER BASS (6) een
tweetrapse dieptebasversterker active-
ren.
Geval alle aansluitingen en luidspre-
kers. Indien hierbij geen storing kan
worden geconstateerd, raadpleeg dan
a.u.b. een vakman.
Let erop dat het maximale volume van
het prestatievermogen van de luidspre-
kers en de eindtrap afhankelijk is. Door
een te hoog volume kan het tot
beschadigingen zowel aan de luidspre-
kers als ook aan de eindtrap komen.
Een overbelasting is door optredende
vervormingen licht te horen.
Het totale volume wordt van meet af
aan uitsluitend met de volumeregelaar
van de autoradio ingesteld.
Let erop dat bij de instelwerkzaamhe-
den de door de fabrikant van de luid-
sprekers vermelde toegestane frequen-
tiebereiken niet worden overschreden.
Bij gebruik van een subwoofer kan een
andere poolaansluiting van de luidspre-
kerleidingen aan de subwoofer qua
klank voor een verbetering zorgen.
Vaak brengt de gedraaide fasepositie
een betere basweergave (dit is afhan-
kelijk van de inbouwplaats van de sub-
woofer).
zie „Super bas-schakeling“