13
EN
NL
NL
6. Vereiste deskundigheid van de installateur
7. Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting, montage en inbedrijfstelling van de het apparaat mag
uitsluitend door een erkende elektricien en overeenkomstig de instructies in deze
handleiding worden uitgevoerd.
LET OP!
–
GEVAAR!
– Bij het aanraken van elektrische componenten bestaat
levensgevaar door elektrische schokken.
• De elektrische aansluiting en alle werkzaamheden aan elektrische systemen mogen
uitsluitend door een erkende elektricien en overeenkomstig de aansluitingsaan-
wijzingen in deze handleiding worden uitgevoerd.
• Voer alle montage- en aansluitingswerkzaamheden alleen in spanningsloze toe-
stand uit.
• Maak de toevoerleiding met alle polen van het net los en beveilig deze tegen on-
bedoeld inschakelen.
• Controleer of het systeem geheel spanningsvrij is.
• Vergelijk vóór de aansluiting de aanwijzingen over spanning/frequentie op het type-
plaatje met die van het lokale net.
Gevaar voor kortsluiting bij installatie in de regen
Bij de montage moet erop gelet worden dat de temperatuursensor (kleine bedrad-
ingsplaat aan de onderzijde van de behuizing) niet wordt beschadigd. Ook de kabel-
verbinding tussen de bedradingsplaat en de regensensor mag bij het aansluiten niet
worden gescheurd of geknikt.
Gevaar voor kortsluiting bij installatie in de regen.
Open het apparaat niet wanneer water (regen) kan binnendringen omdat de elektro-
nica al door enkele druppels kan worden beschadigd. Let op de juiste aansluiting. Een
foute aansluiting kan tot de vernieling van de weersensor en de besturingselektronica
leiden.
Een verkeerde bedrading kan leiden tot kortsluiting en tot vernieling
van het apparaat.
Let op de volgorde van de aansluitingslijst volgens het aansluitingsschema.
RA_VBD_100-012-1UWS_105x148_8x_1c_220204.indd 13
04.02.22 13:06