
1
127
“My comfort”-modus
1. Druk op de “my comfort”-knop
n
(>2 sec.) om de temperatuursensor in de afstandsbediening te acti-
veren. De afstandsbediening stuurt de thermostaat aan. De afstandsbediening zal de kamertempera-
tuur op haar locatie iedere 3 minuten meten en het signaal naar het binnentoestel sturen. De gemeten
kamertemperatuur wordt getoond op de afstandsbediening.
G
LET OP!
Het is belangrijk dat de afstandsbediening op de signaalontvanger voor de afstandsbediening
h
gericht wordt als de “my comfort”-modus geactiveerd is.
2. Druk op de “my comfort”-knop
n
(>2 sec.) om de functie te inactiveren. Deze functie wordt automa-
tisch geïnactiveerd wanneer het binnentoestel gedurende 7 minuten geen signaal kan ontvangen.
Active Clean-modus
1. Houdt de Turbo-/Active Clean-knop (12) langer dan 2 seconden ingedrukt.
2. Het toestel zal in de koelmodus werken met een lage ventilatorsnelheid. Het gecondenseerde water
verwijdert stof van de vinnen van de verdamper.
3. Het toestel zal in de verwarmingsmodus werken met een lage ventilatorsnelheid. De binnenkant van
de verdamper wordt gedroogd.
4. Het toestel zal naar de ventilatiemodus overschakelen om vochtige lucht in de binnenzijde van het
apparaat te verwijderen.
G
LET OP!
• De Active Clean-modus duurt 20 minuten. U wordt geadviseerd de Active Clean-modus te
starten wanneer het toestel minimaal 30 minuten in de koelmodus heeft gewerkt.
• U wordt geadviseerd de Active Clean-modus minimaal eens per twee weken te activeren. In
het geval van hoge vervuiling dient dit vaker te gebeuren.
• Laat de verdamper afhankelijk van de vervuiling minimaal een keer per jaar schoonmaken
door een erkend technicus.
5. Houdt de knop (> 2 sec) ingedrukt om de Active Clean-modus te beëindigen.
F
OPTIMALE WERKING
Om uw apparaat optimaal te laten functioneren dient u op het volgende te letten:
•
Stel de richting van de luchtstroom zo in dat deze niet rechtstreeks op personen is gericht.
•
Stel de temperatuur in die voor u het meest comfortabel is. Stel de unit niet in op overdreven hoge of
lage temperaturen.
•
Sluit deuren en ramen omdat anders het gewenste effect misschien niet wordt bereikt.
•
Zet niets vlakbij de luchtinlaat of -uitlaat omdat anders de werking van de airconditioner kan worden
verstoord of de airconditioner misschien helemaal niet meer functioneert. Zorg ervoor dat er geen
obstakels zijn die de luchtstroom blokkeren. De luchtstroom moet ongehinderd de hele kamer kunnen
bereiken. De luchtstroom moet bovendien ongehinderd de airconditioner kunnen bereiken.
•
Het luchtfilter dient regelmatig schoongemaakt te worden omdat anders het apparaat niet voldoende
koelt of verwarmt. U wordt geadviseerd om de filters eens in de twee weken schoon te maken.
•
Laat de unit niet werken met de horizontale lamellen in gesloten positie.
Содержание S 3628
Страница 91: ... 91 ...