C. Bij een kamertemperatuur tussen 20°C en 27°C is de vochtigheidsgraad
automatisch ingesteld op 55%.
D. Bij een kamertemperatuur hoger dan 27°C is de vochtigheidsgraad automatisch
ingesteld op 50%.
3.
Droogfunctie: (CLOTH (KLEDING) licht)
A. Als deze functie ingeschakeld is, zal de ontvochtiger blijven werken (compressor
en ventilator), ongeacht de vochtigheidsgraad als “CO” geselecteerd is.
B. De windsnelheid wordt ingesteld op hoog en kan niet aangepast worden.
4.
Ventilator:
A. De compressor werkt niet.
B. De ventilator kan draaien in twee bedrijfsmodi: hoge windsnelheid en lage
windsnelheid.
C. De toets voor het instellen van de vochtigheidsgraad kan niet gebruikt worden in
de ventilatormodus
5.
Beveiliging tegen volle watertank:
A. Als er gedurende 3 seconden een volle watertank waargenomen wordt, zal de
regelaar stoppen en alle uitgangen uitgeschakeld worden. De indicator voor
volle watertank is aan (FULL (VOL), de zoemer klinkt 15 keer. Druk op een toets
om de zoemer te stoppen.
B. Wanneer het alarm voor volle watertank verholpen is, keert het toestel terug
naar de originele bedrijfsstatus (het starten van de compressor wordt met 3
minuten vertraagd)
6.
Ontdooifunctie:
A. Tijdens ontdooien is de compressor uitgeschakeld en wordt de ventilator
ontdooid door een snelle windstroom. Het indicatielampje voor ontdooien is aan
(DEF).
B. Als de kamertemperatuur lager dan of gelijk is aan 16°C wordt de temperatuur
van de spoel niet gedetecteerd. De volgende actie vindt plaats, afhankelijk
van de kamertemperatuur: Kamertemperatuur <5°C, de regelaar stopt. Bij een
kamertemperatuur tussen 5°C en 12°C zal de compressor 30 minuten werken en
wordt het ontdooien gedurende 10 minuten gestopt. Bij een kamertemperatuur
tussen 12°C en 16°C zal de compressor 45 minuten werken en wordt het
ontdooien gedurende 10 minuten gestopt
C. Als de kamertemperatuur hoger is dan 16°C wordt de temperatuur van de spoel
gedetecteerd en vindt de volgende actie plaats, afhankelijk van de temperatuur
van de spoel: Als de compressor gedurende 30 minuten werkt, wordt de
temperatuur van de spoel gedetecteerd. Als de temperatuur van de spoel ≤1°C
wordt het ontdooien gedurende 10 minuten gestopt.
7.
Beveiligingsvertraging van de compressor.
A. Bij elke opstart kan de compressor onmiddellijk starten.
B. Als de compressor uitgeschakeld werd, moet er minstens 3 minuten gewacht
worden vooraleer de compressor terug kan starten.
WATERAFVOER
Als de afvoertank vol is, gaat het lampje van de indicator Tank vol aan, de machine stopt
automatisch met werken en de zoemer piept 15 keer om de gebruiker te waarschuwen dat
de afvoertank moet worden geleegd.
82
1