•
Laat het apparaat gedurende 2 – 3 uur werken zonder levensmiddelen zodat de kasten tot de gepaste temperatuur afkoelen.
•
Maak de binnenkant van het apparaat schoon met warm water en een beetje afwasmiddel om eventuele fabricageresten en stof te verwijderen.
TEMPERATUURREGELING
De koelkast wordt geregeld door middel van een temperatuurregelaar die zich binnenin het apparaat, in de rechter bovenhoek, bevindt.
Stel de regelaar op uw gewenste positie in.
O is de “uit” stand
1 is de koud stand
7 is de koudste stand
•
Het apparaat werkt niet in de stand UIT (
0
) (het koelsysteem is uitgeschakeld), maar de voeding is niet onderbroken.
•
De werkingstijd en
−
temperatuur worden beïnvloed door de plaats waar de koelkast wordt gebruikt, het aantal keer de deur wordt geopend en de
temperatuur van de kamer waar de koelkast zich in bevindt.
•
Wanneer u het apparaat in gebruik neemt of na het ontdooien van het apparaat, stel de regelaar gedurende minstens 2 uur op de koudste stand in voordat
u levensmiddelen inbrengt en stel vervolgens op de medium stand in.
UW APPARAAT VERPLAATSEN
Als het apparaat voor welke reden dan ook wordt uitgeschakeld, wacht dan 10 minuten voordat u het opnieuw inschakelt. De druk in het koelsysteem dient
eerst te worden gestabiliseerd voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.
•
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle levensmiddelen.
•
Verplaats het apparaat en installeer. Als het apparaat tijdens het verplaatsen op zijn zijde werd gehouden, zelfs al was dit zeer kort, dient u het apparaat
minstens 10 minuten in de rechtopstaande positie te laten staan voordat u het inschakelt.
Uw apparaat gebruikt isobutaan (R600a) als koelmiddel. Alhoewel R600a een milieuvriendelijk en natuurlijk gas is, is het explosief. Wees dus zeer
voorzichtig tijdens het verplaatsen of installeren van uw apparaat om schade aan de koelelementen te vermijden. In geval van een lek dat werd veroorzaakt
door schade aan de koelelementen, haal uw koelkast weg van open vlammen of warmtebronnen en verlucht de kamer waar het apparaat zich in bevindt
enkele minuten.
LEVENSMIDDELEN IN HET KOELVAK BEWAREN
De koelkast zorgt voor een langere bewaartijd van verse, beperkt
houdbare levensmiddelen.
Bewaren van verse levensmiddelen
Voor het beste resultaat:
•
Bewaar alleen zeer verse levensmiddelen van een goede kwaliteit.
•
Zorg dat de levensmiddelen goed zijn verpakt of afgedekt voordat u
ze bewaart. Dit vermijdt dat de levensmiddelen uitdrogen, bleker worden
of aan smaak verliezen en zorgt voor een langere versheid. Dit vermijdt
tevens overdracht van geuren. De groente of het fruit moet niet zijn
verpakt wanneer het in de groentelade van het koelvak wordt gestopt.
•
Zorg dat levensmiddelen met een sterke geur goed verpakt en
afgedekt zijn en bewaar deze uit buurt van boter, melk en room en
andere levensmiddelen die door een sterke geur aangetast kunnen
worden.
•
Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat u ze in het koelvak
plaatst.
Zuivelproducten en eieren
•
De meeste voorverpakte zuivelproducten zijn voorzien van een
minimale houdbaarheidsdatum. Bewaar deze in d het koelvak en gebruik
binnen de aangegeven tijd.
•
Boter kan worden aangetast door levensmiddelen met een sterke
NL- 5