64
Timmer een dieptedrager stevig tussen de
laatste twee stijlen.
Plaats de onderdelen in de volgorde zoals
staat aangegeven in het plaatje met de
nummers 1 tot en met 5.
Zet twee boveneindstukken in elkaar door
een dieptedrager (C) in de 2 bovenste gaten
van 2 stijlen (A) te plaatsen.
Timmer de verbinders (F) voorzichtig in de
bovenkant van de onderste stijlen.
Duw of timmer de boveneindstukken goed
op de verbinders.
Plaats de 2 dieptedragers en de 2
breedtedragers in de 2 middelste gaten van
de verbonden uiteinden, zodat ze stevig
verbonden zijn aan alle 8 stijlen.
Plaats de 2 bovenste breedtedragers in de 2
bovenste gaten van de stijlen.