- 37 -
Ned
er
lan
d
s
wagentype mag u
en
nooit
verbinden.
Blauw/wit
Verbinden met de
systeembedieningsaansluiting van de
eindversterker (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
Blauw/wit
Verbinden met het relaiscontact voor
de automatische antenne (max. 300 mA
12 V gelijkstroom).
Luidsprekerdraden
Wit: links voor
Wit/zwart: links voor
Grijs: rechts voor
Grijs/zwart: rechts voor
Groen: links achter
of subwoofer
Groen/zwart: links achter
of
subwoofer
Violet: rechts achter
of subwoofer
Violet/zwart: rechts achter
of
subwoofer
ISO-connector
In sommige wagens is de ISO-
connector in twee gesplitst. In dit geval
dient u verbinding te maken met beide
connectoren.
OPMERKINGEN
•
Wijzig het beginmenu van dit toestel. Zie
[SP-P/O MODE] (pagina 8). De
subwooferuitgang van dit toestel is
mono.
•
Wanneer u een subwoofer van 2 Ω
gebruikt, dient u de subwoofer te
verbinden met de violette en violet/
zwarte draden van dit toestel. Sluit niets
aan op de groene en groen/zwarte
draden.
Eindversterker (afzonderlijk
verkocht)
Voer deze verbindingen uit wanneer u de
optionele versterker gebruikt.
Systeemafstandsbediening
Verbinden met blauw/witte kabel.
Eindversterker (afzonderlijk verkocht)
Verbinden met RCA-kabels (afzonderlijk
verkocht)
Naar vooruitgang
Voorluidspreker
Naar achteruitgang of
subwooferuitgang
Achterluidspreker of subwoofer
Belangrijk
•
Controleer alle verbindingen en
systemen voor de definitieve installatie.
•
Gebruik geen ongeoorloofde
onderdelen, want dit kan tot storingen
leiden.
•
Raadpleeg uw verdeler als u voor de
installatie gaten moet boren of andere
wijzigingen aan de wagen moet
aanbrengen.
•
Installeer het toestel niet op de volgende
plaatsen:
– waar het de goede werking van de
wagen kan storen.
– waar passagiers gekwetst kunnen
geraken bij bruusk afremmen.
•
Installeer dit toestel op een veilige
afstand van hete plaatsen, zoals de
uitgang van de verwarming.
•
Optimale prestaties zijn
verzekerd wanneer het
Installatie