NL 12
INSTALLATIE
Voorbereiding
De afvoerpijp kan zowel aan de bovenzijde als aan de achterzijde
worden bevestigd. Dicht de opening die niet gebruikt wordt af met
de meegeleverde afvoerdop (B). Verwijder de afdichting (A) indien de
afvoerpijp op de achterzijde van de kap wordt aangesloten. Sluit de
afvoerpijp aan op de flens (D).
Recirculatie
Draai de luchtverdeelhendel (C) naar de stand ‘recirculatie’ indien de
afzuigkap wordt gebruikt als recirculatiekap.
1
2
3