23
22
installatievoorschrift
3 fasen aansluiting (3 a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen is 230 V a.c.
Breng een verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5.
Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel
moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
Met de op het aansluitblok aanwezige bruggen kunt u de vereiste
doorverbindingen maken zoals in voorgaande illustraties staat aangegeven. In
het deksel van het aansluitkastje en in onderstaande illustratie staat
aangegeven hoe u de bruggen aan moet brengen. Deze moeten niet meteen
bovenop de aansluitdraden worden geplaatst, maar tussen de schroefkop en
de klem om de aansluitdraad.
Zet de kabel vast met de trekontlasting en sluit het deksel.
installatievoorschrift
2 fasen met 1 nul aansluiting (2 1N a.c. 400 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ac. Tussen de fasen staat een
spanning van 400 V.
Wanneer er geen spanning van 400 V tussen de fasen
aanwezig is, is er sprake van twee draden die van dezelfde fase zijn af
getakt in de meterkast en moet de kookplaat worden aangesloten met
2 nuldraden, zoals hiervoor genoemd bij 2 fasen met 2 nullen.
Breng een verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5.
Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel
moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
3 fasen met 1 nul aansluiting (3 1N a.c. 400 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ac.
Tussen de fasen staat een spanning van 400 V. Breng een verbindingsbrug aan
tussen de aansluitpunten 4-5. Fase 3 wordt niet belast. Uw groepen moeten
afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel moet een
aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.