NL
36
Het gereedschap gebruiken
1.
Reinig het te bewerken oppervlak en
houd het stofvrij.
2.
Plaats het vereiste mondstuk in de lucht-
kap en schroef deze op het spuitpistool
met de vleugelmoer.
3.
Schroef het gevulde reservoir
6
stevig op
het spuitpistool.
4.
Pas de spuitinstelluing en het materiaal-
volume aan (zie de volgende pagina). Test
de instellingen op karton etc.
5.
Dek alle oppervlakken en onderdelen af
die niet moeten worden bewerkt.
6.
Houd het spuitpistool op een gelijkmatige
afstand van 10-30 cm tot het doelobject.
7.
Haal de trekker
5
over en verplaats het
spuitpistool gelijkmatig kruiselings om-
hoog en omlaag, afhankelijk van het ge-
wenste spuitpatroon.
8.
Begin buiten het doelgebied te spuiten.
Voorkom onderbrekingen binnen het
doelgebied.
9.
Reinig luchtkap
2
wanneer deze is ver-
stopt met het spuitmateriaal.
Beoogd gebruik
Het gereedschap is bestemd voor het spuiten
van verf, beits en vernis. Het gereedschap is
niet bestemd voor commercieel gebruik.
Ander gebruik of modificatie van het gereed-
schap wordt beschouwd of onjuist gebruik en
kan aanzienlijke gevaren opleveren.
Productoverzicht
1
Vleugelmoer
2
Luchtkap
3
Mondstuk ø 2,6 mm
4
Voorste deel
5
Trekker
6
Reservoir
7
Stroomkabel
8
Aanpassing materiaalvolume
9
Achterste deel
10
Luchtfilterklep
11
Knop voor ontgrendelen
12
Luchtfilterklep ontgrendelen
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Schroef het reservoir
6
los, plaats het
op een vel papier en giet het voorbe-
reide spuitmateriaal erin.
1
Lijn de voedingsbuis uit:
1. voor objecten boven het hoofd
2. voor lagere objecten
2
Let op!
Richt het spuitpistool nooit
op uzelf, andere mensen of dieren.