52
NL/BE
1. Druk de schakelaar van de walsdraairichting (11) in po-
sitie „II“.
2. Start het apparaat, door op de Aan-schakelaar (2) te
drukken.
3. Het apparaat draait in tipbediening. Zo lang de schake-
laar de walsdraairichting in positie „II“ wordt gehouden,
draait de meswals achterwaarts.
4. Vastgeklemde silage wordt vrijgegeven.
5. Verwissel de draairichting weer om verder te hakselen
(zie 10.3).
10.8 Leeg de opvangbak
Maak de opvangbak op tijd leeg. Let op dat de opvangbak
onder het uitwerpkanaal ongelijkmatig vult!
1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stop-
contact.
2. Zet de veiligheidsschakelaar (9) op de opvangbak (8) in
de onderste positie.
3. Trek de opvangbak (8) eruit en leeg deze.
4. Controleer of het bereik van de veiligheidsschakelaar (9)
vrij is van houten spaanders voordat u de opvangbak (8)
terugschuift.
5. Plaats de opvangbak (8) weer terug en schuift de veilig-
heidsschakelaar (9) weer tot aan de aanslag omhoog.
10.9 Drukplaat afstellen
De drukplaat is af fabriek vooraf ingesteld. Voor
het inlopen van een nieuwe machine kan het no-
dig zijn dat de drukplaat bij aanvang met korte
intervallen moet worden bijgesteld.
Het juiste moment voor het bijstellen van de druk-
plaat herkent u als de silage slechts iets wordt ge-
plet en als een ketting aan elkaar hangt.
1. Maak de opvangbak (8) leeg en stel de walshakselaar
in werking.
2. Draai langzaam de handgreep voor de nastelschroef (5)
zo ver rechtsom tot u een licht schurend geluid hoort. Bij
een halve wenteling van de bijstelschroef (5) rechtsom
wordt de meswals met ca. 0,50 mm dichter tegen de
drukplaat gebracht.
3. De drukplaat is ingesteld zodra je geen knarsende gelui-
den meer hoort.
4. Aanwijzing:
Door de instelling van de drukplaat kun-
nen metalen spaanders ontstaan. Gehakt materiaal met
metaalspanen is speciaal afval en mag NIET worden
gecomposteerd. Om dit gevaarlijk afval te voorkomen,
moet u de opvangbak (8) direct na het instellen van de
drukplaat leegmaken en reinigen.
5. Controleer de instelling van de drukplaat, door testgewijs
een paar takken te hakselen. Gooi dit gehakt materiaal
met metaalspanen op milieuvriendelijke wijze weg.
Aanwijzing:
Wanneer het hakselmes de druk-
plaat raakt, wordt de drukplaat
aangesneden en kunnen er kleine
metalen spaanders uit de uitwer-
popening vallen. Dat is geen fout,
maar er mag slechts tot de vereiste
maat bijgesteld worden, omdat de
drukplaat anders voortijdig ver-
slijt.
11. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaanslui-
ting van de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze voorschriften vol-
doen.
11.1 Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan de iso-
latie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster- of deur-
openingen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of geleiding
van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen niet wor-
den gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de isolatie is bescha-
digd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op scha-
de. Let erop dat bij het controleren de aansluitkabel niet op
het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante VDE- en
DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend netsnoeren
met de aanduiding H07RN-F.
Op de aansluitkabel moet de typeaanduiding vermeld staan.
Aansluittype Y
Wanneer het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt,
moet deze door de fabrikant, diens servicedienst of door een
soortgelijk gekwalificeerde persoon vervangen worden om
gevaar te vermijden.
11.2 Wisselstroommotor
• De netspanning moet 220 - 240 V∼ zijn.
• Een verlengsnoer met een te kleine aderdiameter veroor-
zaakt een aanzienlijke vermindering van het prestatie-
vermogen van het tuingereedschap. Bij kabels tot 25 m
lengte is een aderdiameter van ten minste 3 x 1,5 mm
2
verreist, bij kabels langer dan 25 m lengte moet de ader-
diameter ten minste 2,5 mm
2
zijn.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrusting mo-
gen uitsluitend door een elektromonteur worden uitgevoerd.
Содержание PWH 2800 B2
Страница 4: ...5 13 16 14 15 4 6 13 6 16 15 7 17 14 7 8 b 9 16 16...
Страница 5: ...8 9 8 9 11 20 10 5b 13 22 23 5a 5 12 21 5 21a 21a...
Страница 174: ......
Страница 175: ......