PTS 20-Li A1
■
72
│
NL
│
BE
g)
Buitendiameter en dikte van de slijpschijf
moeten beantwoorden aan de afmetingen
van uw elektrische gereedschap.
Verkeerd
bemeten accessoires kunnen niet voldoende
worden afgeschermd of gecontroleerd.
h)
Slijpschijven en flens moeten precies op de
slijpas van uw elektrische gereedschap pas-
sen.
Doorslijpschijven die niet precies op de as
passen, draaien ongelijkmatig, trillen hevig en
kunnen ertoe leiden dat u de controle over het
gereedschap verliest.
i)
Gebruik geen beschadigde slijpschijven.
Controleer de doorslijpschijven voor ieder
gebruik op splinters en scheuren. Controleer
na een val of het elektrisch gereedschap of
de doorslijpschijf beschadigd is; gebruik bij
twijfel een onbeschadigde doorslijpschijf.
Laat, nadat u de doorslijpschijf gecontroleerd
en gemonteerd hebt, het gereedschap een
minuut lang op het hoogste toerental draaien.
Zorg er daarbij voor dat u en andere personen
zich niet in het verlengde van de doorslijp-
schijf bevinden.
Beschadigde doorslijpschijven
breken meestal binnen deze testtijd.
j)
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gebruik al naargelang de toepassing een
volledig gelaatsmasker, oogbescherming of
een veiligheidsbril. Draag indien nodig een
stofmasker, gehoorbescherming, veiligheids-
handschoenen of een speciale schort die u
beschermt tegen kleine slijp- en materiaal-
deeltjes.
Ogen moeten worden beschermd
tegen rondvliegende deeltjes die bij verschillen-
de toepassingen ontstaan. Een stof- of ademha-
lingsmasker moet het stof filteren dat bij het
gebruik van het gereedschap ontstaat. Als u
lange tijd bent blootgesteld aan lawaai, kunt u
gehoorverlies lijden.
k)
Let op dat anderen een veilige afstand tot
uw werkomgeving houden. Iedereen die de
werkomgeving betreedt, moet persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen.
Afgebroken
stukken van het werkstuk of gebroken opzetge-
reedschappen kunnen worden weggeslingerd
en verwondingen veroorzaken, ook buiten de
directe werkomgeving.
l)
Pak het apparaat uitsluitend vast aan de
geïsoleerde greepvlakken wanneer u werk-
zaamheden uitvoert waarbij het gereedschap
met verborgen elektriciteitsleidingen in aanra-
king kan komen.
Bij contact met een leiding
waar spanning op staat, kunnen ook metalen
onderdelen van het apparaat onder spanning
komen te staan en een elektrische schok veroor-
zaken.
m)
Houd het snoer weg van roterende opzetge-
reedschappen.
Als u de controle over het ap-
paraat verliest, kan het snoer worden doorge-
sneden of gegrepen en kan uw hand of arm in
het roterende opzetgereedschap terechtkomen.
n)
Leg het elektrische gereedschap nooit neer
voordat het opzetgereedschap volledig tot
stilstand is gekomen.
Het roterende opzetge-
reedschap kan in contact komen met het vlak
waarop het wordt neergelegd, zodat u de
controle kunt verliezen over het elektrische
gereedschap.
o)
Laat het elektrische gereedschap niet draaien
terwijl u het draagt.
Uw kleding kan door
toevallig contact met het roterende opzetge-
reedschap worden gegrepen en het opzetge-
reedschap kan zich in uw lichaam boren.
p)
Reinig regelmatig de ventilatiespleten van uw
elektrische gereedschap.
De motorventilator
zuigt stof in de behuizing, en een sterke opeen-
hoping van metaalstof kan elektrische gevaren
veroorzaken.
q)
Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbare materialen.
Vonken
kunnen deze materialen doen ontvlammen.
r)
Gebruik geen opzetgereedschappen die
vloeibare koelstoffen nodig hebben.
Het ge-
bruik van water of andere vloeibare koelmidde-
len kan leiden tot een elektrische schok.
IB_308629_PTS20-LiA1_LB8.indb 72
13.03.2020 08:37:15