BE
39
Ingebruikname
z
Ingebruikname
Opmerking:
gebruik de lashelm alleen met het
geïntegreerde achterste beschermglas
4
.
Hinweis:
houd de sensoren van de UV-filter
8
schoon en helder.
Controleer voor iedere ingebruikname, of de
lashelm evenals het beschermend glas intact zijn.
Mocht het beschermende glas krassen, scheuren of
oneffenheden hebben, moet dit voor het gebruik
per sé worden vervangen, aangezien anders
zwaar letsel kan worden veroorzaakt.
z
Verwijder de beschermende folie van de
binnen- en buitenkant van het vizier.
z
Stel de lashelm in met behulp van de hoofd-
band
5
. Druk op de instelknoppen
6
, om de
lashelm vast te maken en de instelknop
7
, om
de lashelm in te stellen. Let er bij het instellen
op, dat de lashelm zo diep mogelijk op het
hoofd en zo dicht mogelijk bij uw gezicht zit.
Stel voor het lassen de passende verdonkering
in (zie de volgende tabel). De verdonkering
kan manueel van 9 tot 13 worden ingesteld,
door aan de verdonkeringsregelaar
9
aan de
zijkant van de helm te draaien.
ATTENTIE!
De verdonkeringsregelaar
9
heeft de instelpositie „grind“. Als de verdonkerings-
regelaar
9
op deze stand staat, wordt de
automatische verdonkering gedeactiveerd. Gebruik
deze instelling alleen, als u de lashelm niet voor het
lassen wilt gebruiken. De automatische verdonke-
ring is dan niet actief.
z
Controleer voor ieder gebruik de lichtdichtheid.
z
Test uitvoeren: kom met een externe lichtbron
met meer dan 40 W dicht bij het vizier en con-
troleer, of het vizier donkerder of lichter wordt.
Draai daarvoor de verduisteringsregelaar
9
met de wijzers van de klok mee van "Grind"
naar de volgende trap. Daardoor vindt de
verduistering van de filter automatisch plaats.
Wanneer u de verduisteringsregelaar
9
tegen
de wijzers van de klok in weer naar "Grind"
terugdraait, wordt de automatische verduiste-
ring van de filter weer gedeactiveerd.
Boogstroom (ampère)
1,5 6 10 15 30 40 60 70 100 125 150 175 200 225 250 300 350 400 450 500 600
SMAW
8
9
10
11
12
13
14
MAG
8
9
10
11
12
13
14
TIG /
GTAW
8
9
10
11
12
13
MIG
(zwaar)
9
10
11
12
13
14
MIG
(licht)
10
11
12
13
14
PAC
9
10 11
12
13
PAW
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Tabel voor de instelling van de verdonkeringsstanden
SMAW:
lassen met beklede elektrode
MIG (zwaar): MIG lassen van zware metalen
MIG (licht):
MIG lassen van lichte metalen en
legeringen
TIG / GTAW: inert gas lassen
MAG:
lassen met metaal actief gas
PAC:
plasmasnijden
PAW:
plasmalassen