
64
NL
BE
ming (9) aan de behuizing van
de maaier achteruit.
Met de grasmaaier mag er
niet zonder stootbescherming
of grasvangmand gewerkt
worden. Er bestaat gevaar
voor verwondingen.
E
Niveau-indicator
Aan de zijkant van de grasvangmand (4)
is een niveau-indicator (17) aangebracht.
Klep (17) geopend:
Grasvangmand (4) leeg
Klep(17) gesloten:
Grasvangmand (4) vol
De niveau-indicator (17) werken
wanneer het apparaat in gebruik is.
Grasvangzak ledigen
Neem de onderste greep van de opvang-
zak (24) vast om de grasopvangzak (4) uit
te schudden
Snoeihoogte instellen
Schakel het apparaat uit, trek het
netsnoer uit en wacht de stilstand
van het mes af. Er bestaat gevaar
voor lichamelijke letsels.
F
1. Grijp de hefboom (5) voor een
aanpassing van de snoeihoogte
vast en breng hem langs de
vergrendeling op de gewenste
instelling van de snoeihoogte.
2. U kunt van de handgreep (8)
gebruik maken, opdat de maaier
niet wegrolt.
20 mm
- Position 1
30 mm
- Position 2
40 mm
- Position 3
50 mm
- Position 4
60 mm
- Position 5
70 mm
- Position 6
De correcte snoeihoogte bedraagt bij een
siergazon ongeveer 25 - 40 mm, bij een
nuttig gazon ongeveer 30 - 60 mm.
Voor de eerste snoeibeurt van het
seizoen dient er een hoge snoei-
hoogte gekozen te worden.
Neem de bescherming tegen la-
waaihinder en lokale voorschriften
in acht.
In- en uitschakelen
G
1. Steek de stekker van het nets-
noer in het stopcontact (13) aan
de beugelhandgreep (1).
2. Voor de trekontlasting vormt u
uit het uiteinde van het netsnoer
(11) een lus en haakt u deze in
de trekontlasting (12) vast.
3. Sluit het apparaat op de net-
spanning aan.
4. Let er vóór het inschakelen op
dat het apparaat geen voorwer-
pen raakt.
5. Als u het apparaat wilt inscha-
kelen, drukt u op de startknop
(15) en op een van de ont-
grendelknoppen (14) van de
beugelgreep (1). Houd altijd een
van de ontgrendelknoppen (14)
ingedrukt.
6. Als u het apparaat wilt uitscha-
kelen, laat u de ontgrendelknop-
pen (14) los.