50 NL/BE
Ingebruikname
Controleer de levering op volledigheid en op zichtbare beschadi-
gingen.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het product.
Batterijen plaatsen / vervangen
Open het batterijvak-deksel
5 a
(zie afb. B).
Plaats de batterijen in het batterijvak
5
(zie afb. C). Controleer of
de batterijen goed zijn geplaatst (zie afb. C) voordat u het batterij-
vak-deksel
5 a
weer sluit.
Opmerking:
bij sterk ontladen batterijen knippert het led-contro-
lelampje
2
.
Vervang altijd alle batterijen gelijktijdig. Gebruik alleen batterijen
van dezelfde fabrikant en met gelijke capaciteit.
Verwijder de batterijen uit het product als het gedurende een lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. De batterijen kunnen bij langdurige
opslag corroderen en zichzelf ontladen.
In- / Uitschakelen
Voor het inschakelen van het product schuift u de LOCK-schakelaar
4
in de positie . Het product projecteert meteen na het inscha-
kelen twee laserlijnen uit de laseropening
7
.
Voor het uitschakelen van het product schuift u de LOCK-schakelaar
4
in de positie . Bij het uitschakelen wordt het pendelmechanisme
vastgezet.
Automatische nivelleerfunctie gebruiken
Om met de automatische nivelleerfunctie te werken, zet u het pro-
duct op een horizontale, vaste ondergrond of bevestigt u het met
de - schroefdraad
6
op het statief.
Na het inschakelen compenseert de automatische nivelleerfunctie
ongelijkheden binnen het zelfnivelleringsbereik van ± 4 ° automa-
tisch. De nivellering is klaar zodra de laserlijnen niet meer bewegen
en het led-controlelampje
2
groen oplicht.
Als de automatische nivellering niet mogelijk is, bijv. omdat de on-
derkant van het meetapparaat niet waterpas staat en daar meer
dan 4° van afwijkt of als het product los in de hand wordt