PWSA 20-Li B3
■
64
│
NL
│
BE
Een terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van
het elektrische gereedschap. Dit is te voorkomen
door passende voorzorgsmaatregelen, zoals hier-
onder beschreven.
a)
Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en armen in een positie
waarin u de terugslagkrachten kunt opvan-
gen. Gebruik altijd de extra handgreep,
indien aanwezig, om een zo groot mogelijke
controle te hebben over terugslagkrachten
of reactiemomenten wanneer het apparaat
op volle toeren draait.
De bediener kan door
passende veiligheidsmaatregelen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen.
b)
Breng uw hand nooit in de buurt van roteren-
de hulpstukken.
Het hulpstuk kan bij een terug-
slag uw hand raken.
c)
Vermijd met uw lichaam de zone waarin het
elektrische gereedschap wegschiet bij een
terugslag.
Door de terugslag schiet het elektri-
sche gereedschap in de tegengestelde richting
van de draaibeweging van de slijpschijf op het
blokkeerpunt.
d)
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van
hoeken, scherpe randen enz. Voorkom dat
het hulpstuk uit het werkstuk terugslaat en
vastloopt.
Het roterende hulpstuk heeft de nei-
ging vast te lopen bij hoeken, scherpe randen
of wanneer hij afketst. Dit veroorzaakt controle-
verlies of een terugslag.
e)
Gebruik geen kettingzaagblad of getand
zaagblad.
Dergelijke hulpstukken veroorzaken
vaak een terugslag of het verlies van de contro-
le over het elektrische gereedschap.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften
voor slijpen en doorslijpen
a)
Gebruik uitsluitend de voor uw elektrische
gereedschap toegestane slijpmiddelen en de
voor deze slijpmiddelen bestemde bescherm-
kap.
Slijpmiddelen die niet bedoeld zijn voor het
elektrische gereedschap, kunnen niet voldoende
worden afgeschermd en zijn onveilig.
b)
Gekropte slijpschijven moeten zodanig worden
gemonteerd, dat het slijpvlak niet uitsteekt
over de rand van de beschermkap.
Een ondes-
kundig gemonteerde slijpschijf, die over de rand
van de beschermkap uitsteekt, kan niet afdoen-
de worden afgeschermd.
c)
De beschermkap moet veilig zijn aangebracht
op het elektrische gereedschap en voor een
maximale veiligheid zodanig ingesteld zijn,
dat een zo klein mogelijk deel van de slijp-
schijf onbeschermd naar de gebruiker gericht
is.
De beschermkap moet de gebruiker bescher-
men tegen afbrekend materiaal, toevallig con-
tact met de slijpschijf en vonken die de kleding
kunnen doen ontbranden.
d)
Slijpmiddelen mogen alleen worden gebruikt
voor de aanbevolen toepassingen.
Bijvoorbeeld: slijp nooit met het zijvlak van
een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn be-
stemd voor het doorslijpen van materiaal met
de rand van de schijf. Door zijdelingse krachtin-
werking op deze slijpschijven kunnen ze breken.
e)
Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen
van de juiste grootte en vorm voor de door
u gekozen doorslijpschijf.
Geschikte flenzen
steunen de slijpschijf en beperken zo het risico
van breken van de slijpschijf. Flenzen voor
doorslijpschijven kunnen verschillend zijn van
de flenzen voor andere slijpschijven.
f)
Gebruik geen versleten slijpschijven van gro-
tere elektrische gereedschappen.
Slijpschijven
voor grotere elektrische gereedschappen zijn
niet ontworpen voor de hogere toerentallen van
kleinere elektrische gereedschappen en kunnen
breken.