84 NL/BE
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen / Bediening
LETSELGEVAAR!
Laat het uitgeschakelde apparaat eerst tot stil-
stand komen voordat u het weglegt.
Het apparaat
moet steeds schoon, droog en vrij van olie of
andere smeermiddelen zijn.
Veiligheidsinstructies
voor acculaders
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 alsook
personen met verminderde psychische, sensori-
sche of mentale vaardigheden of een gebrek
aan ervaring en / of kennis worden gebruikt, als
zij onder toezicht staan of geïnstrueerd werden
met betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat en de hieruit voortvloeiende gevaren
begrijpen. Kinderen mogen niet met het appa-
raat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud
mogen niet door kinderen zonder toezicht wor-
den uitgevoerd.
De lader is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
Als de netkabel van het apparaat wordt bescha-
digd, moet deze door de fabrikant of diens klan-
tenservice of een gelijkwaardig gekwalificeerde
persoon worden vervangen, om gevaren te
vermijden.
Q
Bediening
Gebruik het apparaat nooit ondoelmatig en steeds
alléén met originele onderdelen / toebehoren. Het
gebruik van andere dan in deze handleiding aan-
bevolen onderdelen of ander toebehoren kan gevaar
voor letsel vormen.
Q
Accupak laden
OPMERKING!
Een nieuw of lange tijd niet ge-
bruikt accupak moet voor het eerste / hernieuwde
gebruik worden opgeladen. Na ca. 3–5 laadcycli
bereikt het accupak zijn volle capaciteit. Een laad-
proces duurt ca. 180 minuten.
VOORZICHTIG! LETSELGEVAAR!
Onder-
breek altijd de stroom-toevoer (netadapter
10
)
voordat u het accupak in / uit het laadtoestel
plaatst / verwijdert.
Plaats het accupak
4
in het laadstation
9
.
De accu kan alleen volgens de correcte polari-
teit worden geplaatst.
Sluit de netadapter
10
aan op het stroomnet.
Zolang het accu-pack wordt geladen, brandt de
laadindiciator
11
rood. Als het laadproces is
afgesloten, gaat de rode laadindicator
11
uit en
begint de groene laadindicator
11 a
te branden.
Het accu-pack
4
is nu gereed voor gebruik.
VOORZICHTIG!
Laad een accupak nooit di-
rect een tweede maal na een laadproces. Hier
bestaat gevaar dat het accupak overladen wordt.
Q
Accupak in / uit het apparaat
plaatsen / verwijderen
Accupak plaatsen:
Zet de AAN- / UIT-Schakelaar
5
op de
positie „0”.
Plaats het accupak
4
zodanig in het laadstati-
on dat het inklikt.
Accupak verwijderen:
Druk gelijktijdig op de accuontgrendelingstoet-
sen
3
opzij en verwijder het accupak
4
.
Q
Accutoestand aflezen
De toestand resp. de resterende capaciteit wordt bij
ingeschakeld apparaat als volgt in de accu-led
2
weergegeven:
ROOD / ORANJE / GROEN = maximale lading /
vermogen
ROOD / ORANJE = gemiddelde lading / vermogen
ROOD = zwakke lading – accu opladen
Q
Gereedschap plaatsen /
verwijderen
Druk de spilblokkering
8
in en houd deze
ingedrukt.
Bediening