106
107
Type pannen die gebruikt kunnen worden
■
Hoe u nagaat of een pan geschikt is voor inductie
1. Plaats de pan gevuld met een kopje water op een
inductiezone.
2. Tik op de toets van de hoofdschakelaar om deze
in te schakelen.
3. Tik op de toets van de te gebruiken inductiezone
en controleer het aan-/uit-lampje.
(hier de inductiezone linksvoor)
- Als de pan geschikt is, blijft het lampje branden.
- Is de pan ongeschikt, dan gaat het lampje knipperen.
4. Raak nogmaals de toets van stap 3 aan om de inductiezone uit te
schakelen.
(hier de inductiezone linksvoor)
LET OP
- Verwarm geen lege geëmailleerde pannen. Laat geëmailleerde
pannen niet verschroeien tijdens het koken.
Emaillelagen kunnen
smelten en de bovenplaat beschadigen.
- Gebruik geen keramische of aardewerkpannen zelfs als deze
gemaakt zijn voor inductieverwarming.
- Afhankelijk van de vorm kunnen sommige keramische en
aardewerkpannen de inductiezones beschadigen.
- Wanneer de inductiezone een hoge temperatuur bereikt, wordt het
verwarmingsvermogen zo geregeld dat het warmteniveau wordt
verlaagd en kan er niet goed gekookt worden. Het verwarmen wordt
mogelijk automatisch uitgeschakeld door veiligheidsmaatregelen.
OPMERKING
Wanneer u gebruik maakt van de
temperatuurregelsensor voor frituren
of de
temperatuurregelsensor voor panbakken
, kunnen de volgende
situaties ontstaan afhankelijk van het type, het materiaal en de vorm en
grootte van de bodem van de pan.
- De werkelijke olietemperatuur verschilt van de ingestelde olietemperatuur.
- De voorverwarmingstijd wordt verlengd.
- De pan wordt niet verwarmd vanwege een ontdekte afwijking.
Materiaal
Geschikte pannen
IJzer/gietijzer
Geëmailleerd ijzer
Magnetische
roestvrij staal
(magneten blijven aan
de onderkant plakken).
* Het verwarmingsvermogen is mogelijk niet zo sterk als bij
sommige roestvrij stalen pannen.
Ongeschikte pannen
- Aluminum/koper
- Hittebestendig glas
- Keramiek en aardewerk
Vorm van de
onderkant
Geschikte pannen
De bodem is plat en heeft gelijkmatig contact met de bovenplaat.
Ongeschikte pannen
Pannen met een
ronde bodem
Pannen met pootjes
of uitstekingen
Pannen met een
dunne bodem
* Gebruik geen pannen met een
bodem met een kromming van 3
mm of meer, omdat dan mogelijk de
veiligheidsmaatregelen niet goed
werken, het warmtevermogen lager is of
de pan niet verwarmd wordt.
Pannen met een
kromme bodem
Grootte
(diameter bodem)
Geschikte pannen
Voor voorste inductiezones: 14,5 cm of meer
Voor achterste inductiezones: 12 cm of meer
* Gebruik pannen die even groot zijn als
de kookzone.
Nederlands