- 59 -
NL
2) Groep 1 (voorwaarts gericht)
(Voor kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg)
BELANGRIJK:
GEBRUIK HET AUTOSTOELTJE NIET IN DE RIJRICHTING ALS HET GEWICHT VAN
HET KIND NIET MEER BEDRAAGT DAN 9 KG.
1.
Druk de Isofix-connectorknoppen aan beide kanten in om de Isofix-connectoren in de
lengte uit te schuiven.
2. Klap de steunpoot uit.
3.
Schuif de Isofix-connectoren naar de Isofix-verbindingsstukken op de voertuigstoel en laat
ze vastklikken.
4. Duw het autostoeltje stevig tegen de rugleuning van de voertuigstoel. Zorg ervoor dat
beide Isofix-indicatoren groen zijn.
5. Druk op de knop voor de hoogteverstelling van de steunpoot en zorg ervoor dat deze
stabiel in de voetruimte van uw auto staat.
6. Controleer of de indicator op de steunpoot groen is.
7. Het autostoeltje heeft vijf instelbare zitposities in de rijrichting.
8. Om uw kind comfortabel in het zitje te plaatsen, draait u het autostoeltje in de richting van
de autodeur.
9. Maak de gordelgesp van het autostoeltje los en leg de gordels aan de buitenkant van het
autostoeltje.
10. Plaats uw kind in het autostoeltje.
11. Stel de hoogte van de hoofdsteun zo in dat de schoudergordel vrij blijft.
12. Sluit de gordelgesp weer tot u een klik hoort.
13. Trek aan het voorste verstellipje om de gordels strak te trekken. Let erop dat de gordels niet zijn gedraaid.
14. Draai het autostoeltje naar de voorwaarts gerichte positie. Controleer of het autostoeltje in
deze positie is vastgeklikt.