29
STAP 5
CHARGE
LED #4 : GEEL
4
De LAADmodus wordt geactiveerd als de accu meer dan 50%
of meer ontladen is (zoals getest bij STAP 3) of zodra
de accu voldoende hersteld is tijdens STAP 4.
Het programma
ampmatic
™ voor de monitoring en controle van de laadstroom
bepaalt automatisch de efficiëntste laadstroom voor de aangesloten accu op basis van
de laadtoestand, de conditie van de accu en het opslagvermogen.
Maximale laadstroom: 12 V accu => 5 A 24 V accu => 2,5 A.
De laadspanning wordt omgekeerd evenredig met de omgevingstemperatuur geregeld.
Dat betekent dat de spanning wordt verhoogd bij lagere temperaturen en verlaagd bij
hogere temperaturen.
Aanpassing: -0,04 V / cel / °C boven of onder 20 °C.
STAP 6
OPTIMALI-
SEREN
LED #5 : GEEL
5
De OPTIMALISEERmodus start wanneer de spanning tijdens
de LAADmodus voor de eerste keer 14,4 / 28,8 V bedraagt.
Het stroomcontroleprogramma
ampmatic
™ evert nu stroompulsen om de
individuele cellen in de accu op gelijke spanning te brengen en optimaliseert het
laadniveau.
Het laden zou voltooid moeten zijn binnen de minimale laadtijd die is ingesteld bij STAP
3. Wanneer de accu nog verder moet worden geladen, verlengt het programma de
OPTIMALISEERmodus tot maximaal 2 uur.
Nota: de laadtijd wordt doorgaans verlengd indien het systeem een hoger dan verwacht
stroomgebruik van aangesloten circuits vaststelt of de conditie van de accu verre van
optimaal is.
Om veiligheidsredenen is de totale laadtijd beperkt tot 72 uur voor STAPPEN 4, 5 en 6.
STAP 7
TEST na
Laden
LED #6
KNIPPERT
TEST
6
TEST NA LADEN: De levering van stroom aan de accu wordt gedurende
30 minute
n** onderbroken, zodat het programma kan bepalen
of de accu in staat is om de lading vast te houden.
** ALS het resultaat van STAP 3 rood was (led #8 geeft aan dat de accu sterk ontladen
is) wordt de spanningsbehoudtest verlengd tot 12 uur om de conditie van de accu te
bevestigen.
Het testresultaat (aangegeven met leds # 6, 7, 8) wordt realtime aangepast aan de
gemeten accuspanning.
8
7
6
80 100%
60
40
20
AGM
100%
80
60
40
STD
8
7
7
6
0
0
De test wordt onderbroken wanneer led #8 (rood) brandt.
Er is sprake van een ernstig probleem als de accu niet in staat is om voldoende lading
vast te houden gedurende de testperiode. Raadpleeg de tabel ‘VROEGE TEKENEN VAN
ACCUPROBLEMEN’ op pagina 2 voor een vergelijking van de gegevens van de testleds
met de geschatte laadstatus (SOC%).
U vindt meer informatie in het hoofdstuk ‘OPMERKINGEN OVER DE TESTRESULTATEN’.
STAP 8
OPTIMATE
smart
ONDERHOUD
LED #6 / 7 / 8
AAN
TEST
8
6
7
Voor accu's in een gezonde
conditie blijft led #6 (groen)
branden.
Uitzondering: STD
nattecel-accu's met
vuldoppen hebben een
lager volledig geladen
voltage: led #6 blijft samen
met led #7 branden.
INTERACTIEF DRUPPELLADEN – LEDS #6 / 7 / 8 AAN
met de definitieve spanning gemeten bij STAP 7.
Instelling druppellaadspanning: Voor 12 V accu's: 13,6 V nominaal bij 20 °C, Voor 24 V
accu's: 27,2 V nominaal bij 20 °C.
De druppellaadspanning wordt omgekeerd evenredig met de omgevingstemperatuur
geregeld. Dat betekent dat de spanning wordt verhoogd bij lagere temperaturen en
verlaagd bij hogere temperaturen.
Aanpassing: -0,04 V / cel / °C boven of onder 20 °C.
De accu krijgt een continue druppellading aangevoerd indien de lader aangesloten
circuits vaststelt die meer dan 200 mA verbruiken. Zo niet voert de lader de standaard
onderhoudslaadcyclus uit.
De standaard onderhoudslaadcyclus bestaat uit druppellaadperiodes van 30 minuten
gevolgd door telkens een rustperiode van 30 minuten. Tijdens de rustperiodes is er
geen laadstroom. Deze ‘50% bedrijfscyclus’ voorkomt verlies van elektrolyten in
verzegelde accu's en minimaliseert geleidelijk verlies van water uit de elektrolyt in
accu's met vuldoppen, waardoor een significante bijdrage wordt geleverd aan het
optimaliseren van de levenscyclus van onregelmatig of seizoensgebonden gebruikte
accu’s.
Tijdens de druppellaadperiodes wordt een continu LAGE STROOMPULS GELEVERD OM
SULFATERING TE VOORKOMEN, het accuvermogen te vergroten en de levensduur te
verlengen.
Als de OptiMate vaststelt dat de accu spanning heeft verloren, keert het
programma terug naar STAP 5 (LADEN).