1.
Retirer le bouton de potentiomètre (A).
2.
Dévisser et enlever le couvercle (B).
3.
Câbler le thermostat selon le schéma.
4.
Introduire le thermostat dans la boîte
encastrèe.
- Remonter le couvercle.
- Remettre le bouton du potentiomètre
ABAISSEMENT DE LA TEMPERATURE
L’abaissement de la tempèrature est commandé
par l’application d’une tension de 230V (L) sur la
borne 5 du thermostat. L’abaissement de la
température est fixe 5°C.
RÉGLAGE DE LA TEMPÉRATURE
La plage de réglage du OJ Microline ’étend de
+5° à 40°C. Pour mieux surveiller le
fonctionnement du thermostat un témoin rouge
s’allume dès que le chauffage est activé. Lors
de la première mise en service, il faut tourner le
potentiomètre au maximum. Dès que la
température souhaitée est atteinte (mesurèe
avec un thermomètre), il faut tourner le
potentiomètre à gauche jusqu’à ce que le
témion lumineux s’éteigne. On peut, si besoin,
améliorer ce réglage dans les premiers jours de
fonctionnement.
AJUSTAGE DE LA TEMPÉRATURE
Lorsque la température ambiante s’est bien
stabilisée, on peut ajuster l’exactitude du
potentiomètre. Il faut alors mesurer la
température ambiante à l’aide d’un
thermomètre et retirer le bouton du
potentiométre. Ensuite, il faut le remettre de
manière à ce que la graduatio imprimée sur le
thermostat corresponde à la température réelle.
La précision de ce réglage est d’environ 3°C.
LIMITATIONS MINIMUM ET MAXIMUM
Un dispositif est situé derrière le bouton du
potentiomètre pour limiter la course de ce
dernier. En dévissant la petite vis, on peut
limiter le réglage entre 20° et 25°C, par
exemple. La baque bleue détermine la limite
inférieure et la bague rouge la limite supérieure.
Dutch
De elektronische thermostaten ‘OJ Microline’
zijn alle geschikt voor montage in standaard
inbouwdozen, en instelbaar op een
temperatuursschaal van 5 tot 40°C. Bij het
inschakelen gaat het “LED” branden.
OJ MICROLINE THERMOSTATEN
OTN-1991H11 met
vloersensor
OTN-1999H
met ingebouwde sensor
CE MAKERING
OJ Electronics A/S verklaart, dat het produkt
voldoet aan de eisen, zoals gesteld in de
richtlijn 89/336 en de daaruit volgende (latere)
wijzigingen met betrekking tot
electromagnetische compatibiliteit en zoals
gesteld in de richtlijn 73/23 met betrekking tot
electrische apparaten, zoals die binnen
bepaalde spanningsgrenzen gelden.
De volgende normen werden toegepast
EN 61000-6-3, EN 61000-6-2, EN 60 730-1 en
EN 60730-2-9.
Het product mag alléén in gebruik worden
gesteld, als de gehele installatie aan de
rechtsgeldige elsen voldoet.
Als het product niet volgens deze handleiding,
in overeenstemming met de geldende normen
en installatievoorschriften geinstalleerd wordt,
dan vervalt de fabrieksgarantie.
Als het product schade heeft opgelopen
(bijvoorbeeld tijdens transport), dan moet het
gecontroleerd en gerepareerd worden door
gekwalificeerd personeel, voordaat het product
mag worden aangesloten.
TECHNISCHE GEGEVENS
Netspanning . . . .230V AC +10/-15%, 50/60 Hz
Eigen verbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 VA
Max. Zekering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16A
Ingebouwde schakeling . . . . . . . . .1-polig, 16A
Uitgang relais . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .SPST-NO
Belasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
OTN-1991H11 . . . . . . . . .14A, 3200W
OTN-1999H . . . . . . . . . . .16A, 3600 W
Schakel principe . . . . . . . . . . . . . . . . . .ON/OFF
Temperatuur aanduiding . . . . . . . . . . .+5/+40°C
Differentiaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .0,4°C
Spaarregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5°C
- Werkspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . .230V AC
Schaal begrenzing . . . . . . . . . . . . . . .min./max.
Fout in circuit bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .-20°C
Werktemperatur . . . . . . . . . . . . . . . . . . .0/+25°C
Afmetingen . . . . . . . . . . . . .H/80 B/80 D/50 mm
Beschermklasse
OTN-1991H11 . . . . . . . . . . . . . . . .IP21
OTN-1999H . . . . . . . . . . . . . . . . . .IP20
Op basis van de tolerantie kan het temperatuur -
bereik van de thermostaat soms +5/+45°C zijn.
Thermostaat is vrij van onderhoud.
CLASSIFICATIE
Het product is een Klasse II toestel (met een
versterkte of dubbele isolatie) en het product
moet aangesloten worden aan de volgende
geleiders:
1) Fase (L)
2) 0 (N)
WAARSCHUWING – Belangrijke
veiligheidsaanwijzingen
Schakel de stroomtoevoer uit voordat er
installatie- of onderhoudswerkzaamheden op
deze regelaar en bijbehorende componenten
uitgevoerd wordt. Deze regelaar en
bijbehorende componenten moeten door een
vakbekwaam persoon uitgevoerd worden
(d.w.z. een goedgekeurde elektricien). De
elektrische installatie moet in overeenstemming
zijn met de nieuwste geldende
overheidsbepalingen.
Montage van de sensor
Vloersensor: Geplaatst in een goedgekeurde,
niet geleidende installatiebuis in
overeenstemming met EN 61386-1, die in de
vloer aangebracht is (fig. 4). De buis is gesloten
aan het uiteinde en wordt zo hoog mogelijk in
de betonlaag aangebracht. De installatiebuis
moet midden tussen de verwarmingskabels
geplaatst worden.
De sensorkabel is tot 100 m te verlengen met
behulp van een extra kabel. Als de verlengkabel
lichter is dan H05VV-F, moet hij ook in een
installatiebuis uit één stuk geplaatst worden
tussen de sensorkabel en de thermostaat. De
twee overgebleven aders in een meeraderige
kabel die bv. spanning aan de
verwarmingskabels van de vloerverwarming
levert, mogen niet gebruikt worden. De
schakelpieken van dergelijke transportleidingen
kunnen spanningssignalen zenden die het goed
functioneren van de regelaar kunnen
beïnvloeden. Als een gewapende kabel gebruikt
is, moet de wapening niet geaard, aar op klem 7
aangesloten worden. De tweeaderige kabel
moet in een afzonderlijke buis geplaatst
worden.
PLAATSING VAN THERMOSTAAT MET
INGEBOUWDE SENSOR
De thermostaat of externe ruimte sensor zal op
de muur moeten worden gemonteerd waarbij
vrije luchtcirculatie aanwezig is. Verder is
noodzakelijk dat deze geplaatst worden op een
plek welke niet wordt beïnvloed door een
warmtebron (b.v. de zon), tocht van deuren en
ramen, of door temperatuurinvloed van een
buitenmuur.
De OJ Microline thermostaten zijn uitgerust met
een onderbreker. Bij foutsignalen door bijv.
verkeerde aansluiting of kortsluiting in de sensor
wordt het circuit automatisch onderbroken.
MONTAGE VAN DE THERMOSTAAT (fig. 1-3)
1.
Verwijder instelknop (A) door deze op te
lichten met een schroevendraaier.
2.
Door schroef (B) los te draaien kan de
afdekplaat worden verwijdert.
3.
De elektrische aansluitingen staan
aangegeven op het aansluitschema.
4.
Monteer het thermostaathuis in de
inbouwdoos.
5.
Monteer de afdekplaat met schroef B.
6. Stel de boven en onderwaarde in door de
blauwe en de rode instelringen in de
gewenste positie te draaien (schroef C).
7.
De instelknop kan weer geplaatst worden.
SPAARREGELING
De spaarregeling wordt door een 230V (L)
signaal geactiveerd via een aparte te plaatsen
tijdschakelaar naar aansluitpunkt (S).
REGELING NAAR WARMTEBEHOEFTE
De thermostaat kan binnen een bereik van
+5/+40˚C. Zet de schakelaar op “Aan” en draai
de instelknop op maximum zodat het LED gaat
branden. Wacht tot de vloer en/of
ruimtetemperatuur het gewenste niveau heeft
bereikt. Draai de instelknop terug tot het rode
licht uitgaat.
BOVEN- EN ONDERTEMPERATUURWAARDE
Achter de instelknop (A) bevinden zich een rode
en een blauwe instelring die dienen als
begrenzer van de boven- en
ondertemperatuurwarde. De rode ring dient
voor de max. positie en draait tegen de klok in.
De blauwe ring begrenst de minimim positie en
draait met de klok mee.
Met schroef C worden de minimum en
maximum positie van de instelknop geborgd.
POSITIE VAN DE INSTELKNOP (A)
Zodra de ruimte de gewenste temperatuur
heeft, kan de positie van de instelknop worden
bepaald aan de hand van een thermometer.
Verwijder de instelknop (A) en herplaats deze
zodat de ingestelde waarde overeenkomt met
de kamertemperatuur. In meerdere stappen van
3°C verschil kan de positie van de instelknop
nog nauwkeuriger worden vastgelegd.
Polski
OTN jest termostatem do montowania w
standardowych puszkach ściennych. Termostat
może być ustawiany w zakresie żądanej
temperatury od 5-40˚C. Dioda LED sygnalizuje
włączenie ogrzewania.
PROGRAM PRODUKCJI
TYP
Produkt
OTN-1991H11
z czujnikiem podłogowym
OTN-1999H
z wbudowanym czujnikiem
powietrznym
OZNACZENIA CE
OJ Electronics A/S gwarantuje, że produkt
spełnia dyrektywę European Council nr 89/336
wraz zmianami dotyczącymi kompatybilności
elektromagnetycznej oraz dyrektywę 73/23
dotycząca wyposażenia elektrycznego w
zakresach określonego napięcia.
Zgodność z normami
EN
61000-6-3
, EN 61000-6-2,EN 60 730-1, EN
60 730-2-9.
5