17
- NL -
Elektrische installatie volgens de voorschriften
−
Elektrische installaties dienen te voldoen aan de nationale vestigingsbepalingen en mogen slechts door een elektri-
ciën worden uitgevoerd.
−
Een persoon is een elektriciën als hij of zij op grond van zijn of haar opleiding, kennis en ervaring in staat en be-
voegd is, de aan hem of haar overgedragen werkzaamheden te beoordelen en uit te voeren. De werkzaamheden
als specialist omvatten ook het herkennen van mogelijke gevaren en het in acht nemen van geldige regionale en
nationale normen, voorschriften en bepalingen.
−
Neem voor uw eigen veiligheid in geval van vragen of problemen contact op met een elektriciën.
−
De aansluiting van het apparaat is slechts toegestaan als de elektrische gegevens van het apparaat en de voeding
overeenkomen. De apparatuurgegevens bevinden zich op het typeplaatje op het apparaat, of op de verpakking, of
in deze handleiding.
−
Het apparaat moet beveiligd zijn via een aardlekschakelaar met een vastgestelde lekstroom van maximaal 30 mA.
−
Verlengkabels en stroomverdelers (bijv. stekkerdelen) moeten voor het gebruik buitenshuis geschikt zijn (spatwa-
terbestendig).
−
Stroomkabels mogen geen kleinere doorsnede hebben dan rubberen slangen met de afkorting H05RN-F. Verleng-
kabels moeten voldoen aan DIN VDE 0620.
−
Bescherm de stekkerverbindingen tegen vochtigheid.
−
Gebruik het apparaat uitsluitend op een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos.
Veilig gebruik
−
Gebruik het apparaat niet als er sprake is van defecte elektrische leidingen of een defecte behuizing.
−
Het apparaat niet dragen, optillen aan of trekken met de elektrische leiding.
−
Leg alle leidingen veilig, zodat beschadigingen uitgesloten zijn en niemand erover kan struikelen.
−
Maak de behuizing van het apparaat of onderdelen ervan nooit open, als daar in de gebruiksaanwijzing niet uitdruk-
kelijk naar gevraagd wordt.
−
Gebruik alleen originele reserveonderdelen en accessoires voor het apparaat.
−
Breng nooit technische veranderingen aan het apparaat aan.
−
Laat reparaties uitsluitend verrichten door OASE -erkende serviceafdelingen.
−
De aansluitsnoeren kunnen niet worden vervangen. Bij een beschadigd snoer moet het apparaat resp. de onderde-
len worden afgevoerd.
−
Gebruik het apparaat uitsluitend, als er zich geen personen in het water bevinden!
−
Houd de contactdoos en de netsteker droog.
Belangrijk! Het apparaat is uitgerust met een permanente magneet. Het magnetisch veld kan op pacemakers
inwerken.
Montage
Het apparaat kan of onder water (ondergedompeld) of buiten de vijver (droog) geplaatst worden.
Het apparaat moet in principe onder de waterspiegel zijn geplaatst.
Het apparaat waterpas en stevig op een vaste ondergrond plaatsen.
Aansluitingen tot stand brengen.
Afbeelding (B)
Aanbeveling voor gebruik van trapsgewijze slangmondstukken en slangmondstukken:
AquaMax Eco Premium 4000, 6000, 8000:
−
Tweede ingang (1): Trapsgewijze slangmondstuk 1 tot 1½ "
−
Pompuitgang (2): Slangmondstuk 1½ " (alternatief trapsgewijze slangmondstuk 1 tot 1½ ")
AquaMax Eco Premium 12000, 16000:
−
Tweede ingang (1): Trapsgewijze slangmondstuk 1 tot 1½ "
−
Pompuitgang (2): Slangmondstuk 2 " (alternatief trapsgewijze slangmondstuk 1 tot 1½ ")
Slangklem en moer over de slang schuiven. Schuif op het trapsgewijze slangmondstuk of slangmondstuk en beveilig
met de slangklem.
Trapsgewijze slangmondstuk resp. slangmondstuk op de tweede ingang (1) resp. pompuitgang (2) steken en de moer
handvast vastdraaien.
Apparaat met vijverfilter gebruiken
Afbeelding (B)
Pompuitgang (2) met de vijverfilter verbinden. De tweede ingang (1) met schroefdop afsluiten.
Содержание AquaMax Eco Premium 8000
Страница 2: ...2...
Страница 3: ...3...
Страница 91: ...91 CN I 3 4 5 6 AquaMax Eco Premium 4000 6000 8000 O AquaMax Eco Premium 12000 16000 SFC SFC 20 C...
Страница 94: ...94...
Страница 95: ...95...
Страница 96: ...17066 07G...