6
Instellingengroep 2 – submenu (≡st2)
(alleen als groep 2 wordt gebruikt):
st2
– Ingestelde waarde 2
dif2
– Differentiaal. De compressor
wordt uitgeschakeld bij het bereiken van
de ingestelde waarde en wordt weer
ingeschakeld bij een temperatuurwaarde
gelijk aan deze ingestelde waarde plus de
waarde van dit verschil. Moet een positieve
waarde zijn.
dlt2
– Interval tussen ontdooitijdstippen
det2
– Maximale duur ontdooien
dst2
– Temperatuur waarbij ontdooien stopt
dt2
– Droogtijd, start als ontdooien stopt.
Deze tijd geeft de verdamper de gelegen-
heid tijdens het ontdooien gevormde water-
druppels te laten verdwijnen.
1.6 servicemenu
Druk op
ok
om een submenu te openen.
Druk op de toetsen
omhoog
of
omlaag
om door de andere submenu’s te bladeren.
instellingen – submenu (set):
setC
– Instellingengroep (1 of 1 en 2).
uloC
– Gebruikersmenu en functie voor
handmatig ontdooien uitschakelen
st1
– Ingestelde waarde 1
sl1
– Laagst mogelijke instelwaarde
sh1
– Hoogst mogelijke instelwaarde
C1
– Compressormodus: 1=Eén compressor;
2=Twee
compressors;
=Compressor-
cyclus. (Bij versneld koelen werken beide
compressors totdat de ingestelde waarde is
bereikt. Daarna wordt de compressor met de
meeste bedrijfsuren uitgeschakeld. Als de
thermostaat het maximale verschil bereikt,
wordt de andere compressor weer gestart.)
st2
– Ingestelde waarde 2
sl2
– Laagst mogelijke instelwaarde
sh2
– Hoogst mogelijke instelwaarde
C2
– Compressormodus: 1=Eén compressor;
2=Twee
compressors;
=Compressor-
cyclus. (Bij versneld koelen werken beide
compressors totdat de ingestelde waarde is
bereikt. Daarna wordt de compressor met de
meeste bedrijfsuren uitgeschakeld. Als de
thermostaat het maximale verschil bereikt,
wordt de andere compressor weer gestart.)
sensoren – submenu (sen):
sC
– Aantal sensoren.
disp
– Sensor waarvan de waarde wordt
weergegeven: 1=Thermostaatsensor; 2=
Verdampersensor;
=Sensor
in
kast;
4...5=Alarmsensoren condensor
deCp
– Decimaalpunt op display (0 = niet in
gebruik, 1 = in gebruik)
fC
– Filterfactor
offs
– Temperatuurafwijking voor display
C1pd
–
Oververhittingssensor
voor
condensor 1 (4...5)
C1pd
–
Oververhittingssensor
voor
condensor 2 (4...5)
Compressor – submenu (Cp):
d
– Ontdooimodus: 0=Elektrisch ontdooien,
1=Stoomontdooien
l on
– Minimale inschakeltijd voor
compressor
h on
– Maximale inschakeltijd voor
compressor
offt
– Tjid dat compressor uitgeschakeld blijft
als maximale inschakeltijd is overschreden
Coff
– Minimale uitschakeltijd voor
compressor
rate
– Koelfrequentie bij sensorstoring
Condensoralarm – submenu (oh):
al
– Alarmtemperatuur
alt
– Vertragingstijd voor alarm
sd
– Uitschakeltemperatuur
sdt
- Vertragingstijd voor uitschakelen
Net – submenu (net):
id
– Serienummer apparaat
Cal1
– Kalibratie thermostaatsensor