![NormaTec 2.0 Pro Скачать руководство пользователя страница 259](http://html.mh-extra.com/html/normatec/2-0-pro/2-0-pro_operating-instructions-manual_1705501259.webp)
Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder gespecificeerd.
De klant of de gebruiker van deze apparatuur moet ervoor zorgen dat de apparatuur in een dergelijke omgeving wordt
gebruikt.
Immuniteitstest
IEC 60601
Testniveau
Nalevingsni-
veau
Elektromagnetische omgeving – richtlijn
Geleide RF
RF-gekoppeld
in leidingen
(IEC 61000-4-6)
Uitgestraalde RF
(IEC 61000-4-3)
150 kHz tot 80
MHz
buiten ISM-
banden
a
150 kHz tot 80
MHz
binnen ISM-
banden
a
3 Vrms
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur moet niet
dichter bij enig onderdeel van de apparatuur, inclusief kabels,
worden gebruikt dan op de aanbevolen afstand die is berekend
op basis van onderstaande vergelijking die van toepassing is
op de frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand:
d=1,2/V1]√P
d=1,2/√P 80 MHz tot 800 MHz
d=2,3√P 800 MHz tot 2,5 GHz
Waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender is
in watt (W) volgens de specificaties van de fabrikant van de
zender en d de aanbevolen scheidingsafstand in meter (m) is.
Veldsterkten van vaste RF-zenders, zoals vastgesteld door
een elektromagnetische meting ter plaatse
a
, moeten kleiner
zijn dan het conformiteitsniveau in elk frequentiebereik
b
.
Interferentie kan zich voordoen in de buurt van apparatuur
die is gemarkeerd met het volgende symbool:
a
De ISM-banden (industrieel, wetenschappelijk en medisch) tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6765 MHz tot 6795 MHz;
13.553 MHz tot 13.567 MHz; 26.957 MHz tot 27.283 MHz; en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.
b
Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor telefoons [gsm/draadloos] en mobiele radio's,
amateurradiozenders, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen kunnen theoretisch niet nauwkeurig
worden voorspeld. Ter bepaling van de elektromagnetische omgeving veroorzaakt door vaste RF-zenders zou een
elektromagnetisch veldonderzoek moeten worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de
apparaat wordt gebruikt, het van toepassing zijnde RF-conformiteitsniveau overschrijdt, moet worden geverifieerd dat
de apparatuur naar behoren werkt. Als het apparaat niet normaal lijkt te werken, kunnen aanvullende maatregelen nodig
zijn, zoals het anders richten of plaatsen van het apparaat.