3.1.1. Verlichting 1 en Verlichting 2
Verlichting 1 en Verlichting 2 is telkens een pagina waarop u tot 7 lichtkringen apart kan sturen. In totaal kan u per ruimte
14 lichtkringen sturen.
- Geschakelde verlichting: een geschakelde lichtkring kan enkel AAN of UIT geschakeld worden. Selecteer een lichtkring
door erop te klikken. Druk op de
CH+
-toets
(11)
om deze lichtkring AAN te schakelen. Druk op de
CH-
-toets
(10)
om
deze lichtkring UIT te schakelen.
- Dimbare verlichting: klik het lichtpunt aan dat gedimd kan worden. Schakel dit lichtpunt AAN en UIT met de toetsen
CH+
en
CH-
. Met de
VOL+
-toets
(8)
kan u het licht opdimmen. Met de
VOL-
-toets
(7)
kan u het licht neerdimmen. Met de
MUTE
-toets
(9)
kan u het geluid van een aangesloten Allegretto-audioverdeelsysteem tijdelijk AAN of UIT schakelen.
3.1.2. Toestellen
Per ruimte kan u 6 toestellen schakelen. Selecteer het toestel dat geschakeld moet worden. Schakel het toestel AAN of UIT
met de
CH+
en
CH-
toetsen
(11
en
10)
. Met de
MUTE
-toets
(9)
kan u het geluid van een aangesloten Allegretto-audio-
verdeelsysteem tijdelijk AAN of UIT schakelen.
3.1.3. Rolluiken
Per ruimte kan u 6 rolluiken of gordijnen sturen. Selecteer het rolluik of gordijn dat u wenst te bedienen. Druk op de toets
VOL+ (8)
om het rolluik of gordijn te openen. Druk op de toets
VOL- (7)
om het rolluik of gordijn te sluiten. Druk op de
toetsen
VOL+
of
VOL-
om een rolluik of gordijn in beweging te stoppen. Met de
MUTE
-toets
(9)
kan u het geluid van een
aangesloten Allegretto-audioverdeelsysteem tijdelijk AAN of UIT zetten.
3.1.4. Audio
U kan het Allegretto-audioverdeelsysteem vanuit 10 ruimtes (zones) bedienen met behulp van Nikobus-audio-interfaces
en IR-busdrukknoppen. Het Allegretto-systeem bevindt zich niet in deze ruimten, we spreken van een onrechtstreekse
bediening.
De indeling van de toetsen op het audioscherm komt overeen met die van een achtvoudige audiobusdrukknop. Zet de
audiozone AAN/UIT met de toets links onder. Selecteer een volgende bron met de toets links boven. Met de toetsen
1
,
2
,
3
en
4
kiest u direct de gewenste bron. Regel het volume binnen een zone met de toetsen rechts. U kan het volume ook
regelen met de hardwaretoetsen
VOL+
en
VOL-
. Kies een volgende bron met de
CH+
-toets
(11)
. Met de
MUTE
-toets
(9)
kan u het geluid van een aangesloten Allegretto-audioverdeelsysteem tijdelijk AAN of UIT schakelen.
3.1.5. Sferen
Per ruimte kan u 8 sferen oproepen. Deze kan u indelen in dag- en nacht-/avondsferen. Druk op de uit te voeren sfeer. Schakel
de sfeer AAN met de
CH+
-toets. Schakel de sfeer UIT met de
CH-
-toets. Gebruik de toetsen
VOL+
en
VOL-
om de volledige
sfeer op- resp. neer te dimmen. Om een nieuwe sfeer op te slaan, stelt u de individuele lichtpunten in (onder de schermen
verlichting). Druk daarna op de sfeertoets en druk lang op de
CH+
-toets. De nieuwe sfeer is nu opgeslagen. Met de
MUTE
-toets
(9)
kan u het geluid van een aangesloten Allegretto-audioverdeelsysteem tijdelijk AAN of UIT schakelen.
3.2. Allegretto-functies bedienen
U kan de functies van het Allegretto-audioverdeelsysteem ook rechtstreeks bedienen. Dit is enkel mogelijk als de Pronto-afstandsbediening naar het
Allegretto-systeem gericht is. Het Allegretto-toestel moet dus in de ruimte staan waar de bediening uitgevoerd wordt. Ga met de
Home
-toets
(1)
naar het
beginscherm. Klik op het Allegretto-logo. Kies een audiozone. Kies daarna een bron. Regel het volume met de
VOL+
en
VOL-
-toetsen
(8
en
7)
. Selecteer
een volgende bron met de toets
CH+
(11)
. Ga naar de vorige bron met de toets
CH- (10)
. Met de
MUTE
-toets
(9)
kan u het geluid van een aangesloten
Allegretto-audioverdeelsysteem tijdelijk AAN of UIT schakelen.
Binnen de Allegretto-schermen zijn volgende toetsen nog beschikbaar:
Schakel de Allegretto-installatie AAN en UIT
.
Ga naar het scherm
Presets
Ga naar het scherm
Sound
Ga naar het scherm
Zone
Ga naar het scherm
Bronnen
Via het scherm
Sound
kan u kiezen voor
Bass
,
Treble
en
Balance
. U kan in dit scherm ook een andere bron
selecteren.
05-090-10
3
NL
