•
wachttijd
Deze parameter wordt uitgedrukt in seconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 20 sec., de in de fabriek
ingestelde waarde is 5 sec. Met deze functie kunt u de wachttijd die u wilt laten verstrijken tussen het einde van de openings-
manoeuvre en het begin van de sluitmanoeuvre in de besturingseenheid programmeren. Programmering parameter: kies de
gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
snelheid open
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende een openingsmanoeuvre; deze kan worden inge-
steld op een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 6 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 6 ingesteld. Programme-
ring parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
snelheid sluit
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende een sluitmanoeuvre; deze kan worden ingesteld op
een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 6 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 6 ingesteld. Programmering para-
meter: kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
snelheid vertraging openingsmanoeuvre
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende de vertragingsfase van een openingsmanoeuvre;
deze kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 4 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 2
ingesteld. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
snelheid vertraging sluitmanoeuvre
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende de vertragingsfase van een sluitmanoeuvre; deze
kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 4 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 2 inge-
steld. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
kracht openingsmanoeuvre
Deze parameter kan voor elke motor worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumkracht) en 8 (maximumkracht); in de
fabriek is de waarde 3 ingesteld. Deze functie dient voor het instellen van de maximumwaarde van de kracht (
*
), die de motoren
gedurende een openingsmanoeuvre op de vleugels uitoefenen, voordat de functie “obstakeldetectie” wordt geactiveerd. Als de
door de motor gevraagde stroom de ingestelde waarde overschrijdt, stopt de besturingseenheid de aan de gang zijnde
manoeuvre en voert zo nodig een omkering van de beweging uit. Programmering parameter: kies de motor (1 of 2) met de toet-
sen
t
en
u
; kies vervolgens de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
sluitkracht
Deze parameter kan voor elke motor worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumkracht) en 8 (maximumkracht); in de
fabriek is de waarde 3 ingesteld. Deze functie dient voor het instellen van de maximumwaarde van de kracht (
*
), die de motoren
gedurende een sluitmanoeuvre op de vleugels uitoefenen, voordat de functie “obstakeldetectie” wordt geactiveerd. Als de door
de motor gevraagde stroom de ingestelde waarde overschrijdt, stopt de besturingseenheid de aan de gang zijnde manoeuvre
en voert zo nodig een omkering van de beweging uit. Programmering parameter: kies de motor (1 of 2) met de toetsen
t
en
u
;
kies vervolgens de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
(
*
)
Opmerking
: de kracht is gekoppeld aan de elektrische stroom die door de motor wordt opgenomen.
•
gevoeligheid open
Aan deze parameter kan een waarde tussen 1 (minimumkracht) en 8 (maximumkracht) worden toegekend; de in de fabriek inge-
stelde waarde hangt af van het installatietype. Deze functie dient voor het instellen van de maximumwaarde van de kracht (
**
), die
de motoren gedurende een openingsmanoeuvre op de vleugels uitoefenen, voordat de functie “obstakeldetectie” wordt geacti-
veerd. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
gevoeligheid sluit
Aan deze parameter kan een waarde tussen 1 (minimumkracht) en 8 (maximumkracht) worden toegekend; de in de fabriek inge-
stelde waarde hangt af van het installatietype. Deze functie dient voor het instellen van de maximumwaarde van de kracht (
**
), die
de motoren gedurende een sluitmanoeuvre op de vleugels uitoefenen, voordat de functie “obstakeldetectie” wordt geactiveerd.
Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
(
**
)
Opmerking
: de kracht is gekoppeld aan de frequentie van de van de encoder afkomstige impulsen.
•
actief
Deze parameter is van het type ON / OFF; de in de fabriek ingestelde waarde is “OFF”. Als deze functie wordt ingesteld op
“ON”, begint de manoeuvre op de maximale kracht en snelheid, om gedurende de beginfase meer vermogen aan de motor te
geven. Na afloop van de aanzetfase gaat de manoeuvre verder met een geleidelijk versnellingsverloop. Deze functie is nuttig
wanneer de automatisering geblokkeerd wordt doordat er veel statische wrijving is (sneeuw of ijs). Programmering parameter:
kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en druk vervolgens op de toets “
OK
”.
•
tijd bewegingsaanzet
Deze parameter wordt uitgedrukt in seconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 3 seconden, de in de fabriek
ingestelde waarde is afhankelijk van het gebruikte type motor. Met deze functie kunt u de duur van de aanzetbeweging aan het
begin van een manoeuvre programmeren. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
p
en
q
en
Snelheidsbeheer
Bewegingsaanzet
Beheer gevoeligheid
Beheer kracht
Intelligent Security & Fire Ltd.