Lees aandachtig de onderstaande veilig -
heidsvoorschriften, alvorens het toestel in
gebruik te nemen. Voor meer informatie
over de bediening van het toestel raad-
pleegt u de anderstalige handleidingen.
Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel is in overeenstemming met alle
vereiste EU-Richtlijnen en is daarom ge-
kenmerkt met
.
Let eveneens op het volgende:
G
Bij het toestel worden stickers geleverd
met instructies in acht talen. Kleef de
sticker met de instructies
in uw taal op
de hiervoor voorziene plaats op het dek-
sel van het batterijvakje!
G
Het toestel is enkel geschikt voor ge-
bruik binnenshuis; vermijd druip- en
spatwater, plaatsen met een hoge
vochtigheid en uitzonderlijk warme plaat-
sen (toegestaan omgevingstempera-
tuurbereik: 0 – 50 °C).
G
Gebruik voor de reiniging uitsluitend een
droge, zachte doek. Ge bruik in geen ge-
val chemicaliën of water.
G
Als de geldende veiligheidsvoorschrif-
ten bij het gebruik met spanningen bo-
ven 42 V niet worden nageleefd of in
geval van ongeoorloofd of verkeerd ge-
bruik, foutieve aansluiting, verkeerde
bediening, overbelasting of van herstel-
ling door een niet-gekwalificeerd per-
soon vervalt de garantie en de aanspra-
kelijkheid voor hieruit resulterende
materiële of lichamelijke schade.
Anders dreigt er levensgevaar voor de
gebruiker!
8. Als het meten van stroomwaarden
niet mogelijk is, moet u de interne ze-
keringen controleren en door gekwa-
lificeerd personeel laten vervangen.
Vervang defecte zekeringen alleen
door zekeringen van hetzelfde type.
9. Haal de meetpennen van de meet-
punten en verbreek de verbinding met
de aansluitjacks, alvorens de behui-
zing te openen. Anders loopt u het ri-
si co van een elektrische schok. Ge-
bruik het toestel nooit, wanneer het
geopend is.
WAARSCHUWING
Met dit toestel kunnen le-
vens gevaarlijke spanningen
worden gemeten. Bij het
me ten van spanningen
vanaf 42 V dient u uiterst
zorgvuldig te werk te gaan!
1. Draag veiligheidshandschoenen als
bescherming tegen elektrische schok-
ken.
2. Let er bij het aanbrengen van de
meetcontacten op dat u uw vingers
achter de afschuifbeveiliging plaatst.
3. Bij beschadigingen van het meettoe-
stel of de meetsnoeren mag u geen
metingen uitvoeren. Beschadigde
meetsnoeren moeten door originele
meetsnoeren worden vervangen.
4. Het meten van stroomkringen met
een spanning van meer dan 42 V mag
uitsluitend worden uitgevoerd door
personen die de gevaren bij contact
kennen en gepaste veiligheidsmaat-
regelen kunnen treffen. Zorg ervoor
dat u bij metingen met contactgevaar
nooit alleen werkt. Vraag om een
tweede persoon.
5. Houd rekening met onvoor ziene span-
ningen op meetobjecten. Condensa-
toren bijvoorbeeld kunnen zelfs bij uit-
geschakelde spanningsbron
onder
gevaarlijke spanning staan.
6. Met dit instrument mag u geen metin-
gen uitvoeren in stroomkringen met
coronaontladingen (hoogspanning).
Levensgevaar!
7. De maximaal te meten spanning mag
niet meer dan 250 V
¿
/~ bedragen.
Wanneer het toestel definitief uit be-
drijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking
aan een plaatselijk recyclagebedrijf.
Geef lege batterijen niet met het gewone
huisvuil mee, maar verwijder ze als KGA
(bijvoorbeeld de inzamelbox in de gespeci-
aliseerde elektrozaak).
36
NL
B