Paneelverwarming
- Nederlandse handleiding
11
NL
Installatie voor wandbevestiging
Het apparaat moet minstens 100cm boven de vloer worden
gemonteerd. Het apparaat moet minstens 50cm onder het plafond en
uit de hoek worden gemonteerd. Boor twee gaten in de muur met een
afstand van 1,8m van de vloer. De diameter van het gat moet net groot
genoeg zijn voor de plastic schroefpluggen. De afstand tussen de twee
gaten moet overeenkomen met de afstand tussen de twee hanggaten
in het apparaat. Nadat u de schroefpluggen heeft ingezet, plaatst u de
schroef. Laat de schroef ongeveer 3-5mm uit de muur steken. Controleer
of de schroef goed vast zit en hang het apparaat op. De schroef past in
de groef aan de onderkant van het apparaat.
Werking
1. Nadat u het apparaat heeft uitgepakt:
a) Inspecteer het apparaat op zichtbare schade. Controleer of u ook
de twee poten heeft uitgepakt. Monteer de twee poten op de onderkant
van het apparaat.
b) Verbind de stroomkabel rechtstreeks met een geaard stopcontact.
c) Verbind het apparaat met een correct geïnstalleerd stopcontact
(tenminste 15 A / 220V.
d) Verwijder na gebruik de stekker uit het stopcontact.
Verwarmen
a) Draai de draaiknop voor de temperatuur naar rechts om de kachel
aan te zetten. Stel de thermostaat in op de hoogste temperatuur (MAX).
b) Zodra de gewenste temperatuur is bereikt, draait u de
thermostaatknop tegen de klok in tot het de thermostaat bereikt,
waardoor het apparaat zich met een hoorbare klik uitschakelt.
c) De ingestelde kamertemperatuur wordt nu door alleen de convector
op peil gehouden.
De positie van de draaiknop
a) Draai de knop naar het gewenste verwarmingsniveau.
Positie 1 = 1250W
Positie 2 = 2000W
b) De thermostaat schakelt de convector automatisch uit en aan. Als
de temperatuur tot onder de ingestelde graad zakt, dan begint de
convector met verwarmen tot de temperatuur weer is bereikt.
c) De thermostaat schakelt de kachel uit wanneer de ingestelde
kamertemperatuur is bereikt. De indicator brandt dan niet.