26
Fig. 4-5
25
1110
183
120
55
42
58
111
C
D
A
D
C
B
B
B
E
1
Fig. 4-2
2
30
37
74
100
39
4
30
37
74
39
98
32
37
65
100
39
4
G
F
H
I
3
Fig. 4-3
Fig. 4-4
J
M
K
J
L
340
80
90
°
±
0,5
°
ø
A
R0,4~R0,8
A
45
°±
2
°
4. Koelpijp
B
4.1. Aansluiten van de pijpen (Fig. 4-1)
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiemateriaal
bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de “flare”-moer vastdraait.
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
• Isoleer met meegeleverd isolatiemateriaal voor koelpijpen de aansluitingen aan de
binnenzijde van het apparaat. Voer de isolatie zorgvuldig uit.
Fig. 4-1
A
Afsnijmaten tromp
C
B
Buitendiameter koperen pijp
Afmetingen tromp
(mm)
øA (mm)
ø6,35
8,7 - 9,1
ø9,52
12,8 - 13,2
ø12,7
16,2 - 16,6
ø15,88
19,3 - 19,7
ø19,05
22,9 - 23,3
C
Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken.
B
Maten van de koelstofleidingen en aandraaimoment van de optrompmoeren
* Gebruik de meegeleverde optrompmoer voor de volgende leidingen: Vloeistofleiding (P50) en gasleiding (P50, P100 en P125).
R407C of R22
Vloeistofpijp
Gaspijp
Afmeting leiding
Afmeting leiding
(mm)
(mm)
ODø6,35
14 - 18
ODø12,7
49 - 61
ODø9,52
34 - 42*
ODø15,88
68 - 82*
ODø9,52
34 - 42
ODø15,88
68 - 82
ODø9,52
34 - 42
ODø19,05
100 - 120*
R410A
Vloeistofpijp
Gaspijp
Afmeting leiding
Afmeting leiding
(mm)
(mm)
ODø6,35
14 - 18
ODø12,7
49 - 61
ODø6,35
34 - 42
ODø12,7
68 - 82
ODø9,52
34 - 42
ODø15,88
68 - 82
ODø9,52
34 - 42
ODø15,88
100 - 120
P20/25/32/40
P50
P63/80
P100/125
Buitendiameter
flensmoer
17
26
22
29
22
29
22
36
Aanhaal-
moment
(N·m)
Aanhaal-
moment
(N·m)
Aanhaal-
moment
(N·m)
Aanhaal-
moment
(N·m)
Vloeistofpijp
(mm)
Gaspijp
(mm)
4.2. Plaats van de koelstof- en afvoerpijpen
1
Plaats van de koelstof- en afvoerpijpen (Fig. 4-2)
2
Bepaal de plaats van de doordrukopeningen op het apparaat (Fig. 4-3)
• Maak de doordrukopeningen met behulp van een zaag of een geschikt mes.
Voorzichtig:
Het zijpaneel moet worden verwijderd voordat u er een doordrukopening in
maakt. Als u een gat maakt terwijl het zijpaneel niet is verwijderd, kan de koel-
stofpijp in het apparaat beschadigd worden.
3
L-aansluitpijp (voor gaspijp) (Fig. 4-4)
A
107 mm (P63), 102 mm (P100)
H
Voor de pijpen aan de onderkant
B
Afvoerslang
I
Voor de pijpen aan de rechterkant
C
Vloeistofpijp
J
L-aansluitpijp (optie)
D
Gaspijp
K
Zijde van het apparaat
E
Afvoerslang in linkerpijp
L
Zijde van de aanwezige pijpleiding
F
Doordrukopeningen op het apparaat zelf
M
Pijp
G
Voor de pijpen aan de linkerkant
Vloeistofpijp
Gaspijp
Isolatiemateriaal
3
Band (groot)
4
Band (klein)
4
Band (klein)
4
Tape
Thermisch
isolatiemateriaal voor
koelpijpen
Thermisch isolatiemateriaal
voor vloeistofpijp
Vloeistofpijp
4.3. De koelstofpijpen aansluiten (Fig. 4-5)
1) Binnenapparaat
Voorzichtig:
Voordat u de pijpen rechts, onder, links en linksachter aansluit, moet u de mee-
geleverde L-aansluitpijp
B
aansluiten op de aanwezige pijpleiding.
Содержание PKFY-P VFM-E
Страница 79: ......