
102
NL
[Functiekeuzestroom]
Probeer eerst een overzicht te krijgen van het stroomdiagram voor de functiekeuzes. Het voorbeeld hieronder beschrijft de instelling voor “Stroomsterkte”, uit Tabel 1.
(Raadpleeg [Instelprocedure]
1
t/m
?
voor meer informatie over de instelprocedure zelf.)
PAR-21MAA
ON/OFF
FILTER
CHECK
OPERATION
CLEAR
TEST
TEMP.
MENU
BACK
DAY
MONITOR/SET
CLOCK
ON/OFF
F
G
C
D
B
I
A
H
E
1
Controleer welke functies zijn ingesteld.
5
Registratie (Druk knop
E
in.)
6
Keuze nummer werkstand
→
04 (Stroomsterkte)
7
Keuze nummer werkstand
→
2 (220 V, 230 V)
(Bediening knoppen
F
en
G
)
(Opgegeven binnenapparaat
→
Ventilator in werking.)
3
Specificatie adres koelsysteem
→
00. (Specificatie buitenapparaat.)
(Niet nodig voor enkelvoudig koelsysteem.)
4
Specificatie adresnummer apparaat
→
00. (Specificatie binnenapparaat.)
(Bediening met knoppen
C
en
D
.)
Einde?
8
Registratie (Druk knop
E
in.)
0
Einde functieaanduidingen (Druk de knoppen
A
en
B
tegelijkertijd in.)
Nummer van adressen
van koelsysteem en
eenheid veranderen?
9
JA
NEE
2
Schakel over naar de stand FUNCTIEKEUZE.
(Druk
A
en
B
tegelijkertijd in, terwijl de afstandsbediening in de stand UIT staat.)
JA
NEE
[Instelprocedure] (Alleen instellen als er een wijziging moet worden gemaakt.)
1
Controleer de instellingen van alle werkstanden. Als de instellingen van een werkstand zijn gewijzigd door een functiekeuze, worden ook de functies van die werkstand gewijzigd.
Controleer de instelwaarde zoals beschreven in stappen
2
tot
7
en wijzig de instelling op basis van de waarden in Tabel 1 en Tabel 2. (Raadpleeg de standaard-
instellingen bij het wijzigen van de instellingen)
2
Zet de afstandsbediening uit.
Houd de knoppen
A
[FILTER] en
B
[TEST] tegelijkertijd twee seconden of
langer ingedrukt.
De aanduiding “FUNCTION SELECTION” knippert een tijdje en het display van
de afstandsbediening verandert zoals hieronder aangegeven.
3
Stel het nummer van het adres van het koelsysteem van het buitenapparaat in.
Als de
C
[
CLOCK) (
) of (
)]-knop wordt ingedrukt, loopt het adresnummer
op of af, tussen 00 en 15. Stel in op het nummer van het koelsysteem waarvoor
u een functie wilt kiezen.
(Deze stap is onnodig voor een enkelvoudig koelsysteem.)
* Als de afstandsbediening uitgeschakeld wordt nadat de aanduidingen voor de “FUNCTION SELECTION” en voor de kamertemperatuur twee seconden lang knipperend
“
” hebben weergegeven, is er vermoedelijk iets mis met de communicatie. Controleer of er zich geen storingsbronnen in de nabijheid van de transmissieleiding bevinden.
Opmerking:
Als ubij de bediening een fout maakt, stop dan met het instellen van de functies door stap
0
0
0
0
0
uit te voeren en begin weer opnieuw met stap
2
2
2
2
2
.
Aanduiding van koelsysteem
4
Stel het nummer voor het adres van het binnenapparaat in.
Druk de
D
[
ON/OFF]-knop in. De aanduiding “– –” voor het adresnummer
van het binnenapparaat knippert.
Als u de
C
[
CLOCK (
) en (
)]-knoppen indrukt, verandert het adresnummer
van het binnenapparaat in deze volgorde: 00
→
01
→
02
→
03
→
04
→
AL. Kies het
nummer van het adres van het binnenapparaat waarvoor u de functies wilt instellen.
* Voor het instellen van de werkstanden 01 t/m 04, stelt u het adresnummer in op “00”.
* Bij instellen van de werkstanden 07, 25, 27:
• Bij instellingen voor de verschillende binnenapparaten, zet u het adresnummer op “01-04”.
• Als u batchinstellingen maakt voor alle binnenapparaten tegelijkertijd, zet u het adresnummer op “AL”.
Aanduiding van nummer
van adres
5
Registratie van de adresnummers voor het koelsysteem en de apparaten
Druk de
E
[
]-knop in. De adresnummers van het koelsysteem en
van de apparaten worden geregistreerd.
Na een tijdje begint de aanduiding voor de werkstand “– –” te knipperen.
* Als de aanduiding “
” knippert in het display voor de kamertemperatuur,
maakt het geselecteerde koelsysteemadres geen deel uit van het systeem.
Als de aanduiding “F” wordt weergegeven in het display voor het adresnummer
van het apparaat, en als dit samen met het adres voor het koelsysteem knip-
pert, bestaat het geselecteerde adresnummer voor het apparaat niet. Stel de
juiste adresnummers in voor het koelsysteem en de apparaten door de stappen
2
en
3
te herhalen.
Als u de registratie uitvoert met behulp van de
E
[
]-knop, begint de
ventilator van het binnenapparaat te werken. Als u de locatie van de binnenapparaten
wilt weten waarvoor u de functies heeft geselecteerd, kunt u dit hier controleren.
Als het adresnummer van het binnenapparaat “00” of “AL” is, wordt bij alle binnen-
apparaten van het geselecteerde koelsysteem de ventilator in werking gesteld.
Voorbeeld: als het adresnummer van het koelsysteem 00 is, wordt het adres
van het binnenapparaat geregistreerd als 01.
Aanduiding voor
werkstandnummer
Buitenapparaat
Binnenapparaat
Adres koeleenheid = 00
Adres apparaat
nr. 01
Ventilator in werking
Registratie
Afstandsbediening
* Als u apparaten uit verschillende koelsystemen in een groep heeft opgenomen
en de ventilator van een binnenapparaat uit een andere groep dan degene die
u heeft opgegeven, treedt in werking, dan is een bepaald adres vermoedelijk
gedupliceerd.
Controleer nogmaals het koelsysteemadres van de DIP-schakelaars van het
buitenapparaat.