38
2. Installatieplaats
Fig. 2-3
Fig. 2-7
Fig. 2-8
Fig. 2-9
Fig. 2-10
Fig. 2-11
Fig. 2-12
Fig. 2-13
Fig. 2-14
Fig. 2-6
Fig. 2-5
Fig. 2-4
Fig. 2-2
150
300
1000
Max.
500
200
300
200
1000
150
1000
250
250
1500
500
Max.
500
300
1500
500
1500
Max.
300
1500
1500
500
1000
600
2000
150
1500
600
3000
500
1500
800
150
2.4. Ventilatie en bereikbaarheid
2.4.1. Bij installatie van één buitenapparaat
De minimale afmetingen zijn als volgt aangegeven, behalve voor Max., hetgeen be-
tekent de Maximale afmetingen.
Raadpleeg voor alle gevallen de getallen.
1
Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-2)
2
Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-3)
•
Maak geen gebruik van de optionele luchtgeleiders voor een opwaartse luchtstroom.
3
Alleen obstakels aan de achterzijde en de zijkanten (Fig. 2-4)
4
Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-5)
∗
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 500 mm of
meer te bedragen.
5
Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-6)
∗
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 500 mm of
meer te bedragen.
6
Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde en de zijkanten (Fig. 2-7)
•
Maak geen gebruik van de optionele luchtgeleiders voor een opwaartse luchtstroom.
2.4.2. Bij installatie van meerdere buitenapparaten
Laat tussen de onderlinge units minimaal 10 mm ruimte.
1
Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-8)
2
Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-9)
•
Installeer niet meer dan drie apparaten naast elkaar. Laat bovendien ruimte vrij zoals afgebeeld.
•
Maak geen gebruik van de optionele luchtgeleiders voor een opwaartse luchtstroom.
3
Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-10)
∗
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 1000 mm of
meer te bedragen.
4
Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-11)
∗
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 1000 mm of
meer te bedragen.
5
Opstelling met één parallel apparaat (Fig. 2-12)
∗
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 1000 mm bedragen.
6
Opstelling met meerdere parallelle apparaten (Fig. 2-13)
∗
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 1500 mm bedragen.
7
Opstelling met boven elkaar geplaatste apparaten (Fig. 2-14)
•
Er kunnen twee apparaten boven elkaar worden geplaatst.
•
Installeer niet meer dan twee boven elkaar geplaatste apparaten naast elkaar. Laat boven-
dien ruimte vrij zoals afgebeeld.