Du-2
1-3. SPECIFICATIES
*1 Gebruik een netschakelaar die voor stroomonderbreking een open stand heeft
met een opening van 3 mm of meer. (Als de stroom wordt uitgeschakeld,
moeten alle fasen onderbroken worden.)
*2 Gebruik draden die in overeenstemming zijn met ontwerp 60245 IEC 57.
*3 Gebruik nooit leidingen die dunner zijn dan voorgeschreven. De weerstand
tegen druk is dan onvoldoende.
*4 Gebruik koperen leiding of naadloze leiding van een koperlegering.
*5 Let erop dat u de leiding tijdens het buigen niet plet of knikt.
*6 Bochten in de koelmiddelleidingen moeten een straal van minstens 100 mm
hebben.
*7 Isolatiemateriaal: Hittebestendig schuimplastic met 0,045 specifieke dichtheid
*8 Zorg ervoor dat u isolatie van de voorgeschreven dikte gebruikt. Te dikke iso-
latie kan leiden tot onjuiste installatie van de binnenunit en te dunne isolatie
kan het druppen van condens veroorzaken.
Model
Voedingsspanning *1
Bedrading *2
Leidingmaat (dikte *3, *4, *5, *6)
Dikte isolatie *7, *8
Nominale
spanning
Frequentie
Verbindingskabel binnen/buiten
Gas
Vloeistof
MLZ-KP25/35VF
230 V
50 Hz
4-aderig 1,5 mm
2
ø9,52 mm
(0,8 mm)
ø6,35 mm
(0,8 mm)
14 mm
ø12,7 mm
(0,8 mm)
MLZ-KP50VF
1-2. BEPALEN VAN DE INSTALLATIEPLAATS
VOORZICHTIG
(Kan onder bepaalde omstandigheden tot ernstig letsel leiden bij onjuist handelen.)
■
Installeer, afhankelijk van de plaats van instal-
latie, een aardlekschakelaar.
Het ontbreken van een aardlekschakelaar kan
elektrische schokken veroorzaken.
■
Voer de werkzaamheden aan afvoer en leidingen
goed uit volgens de installatiehandleiding.
Door mankementen aan afvoer of leidingwerk kan
water van het apparaat druppelen en het interieur
nat maken en beschadigen.
■
Raak de luchtinlaat en de aluminium ribben van
de buitenunit niet aan.
Dit kan letsel veroorzaken.
■
Installeer de buitenunit niet op een plaats waar
mogelijk kleine dieren leven.
Als kleine dieren in het apparaat belanden en
elektrische delen aanraken, kan een storing,
rookontwikkeling of brand ontstaan. Adviseer de
gebruiker ook om de omgeving van het apparaat
schoon te houden.
■
Gebruik de airconditioner niet tijdens het uitvoeren
of afwerken van bouwwerkzaamheden binnenshuis
of wanneer de vloer in de was wordt gezet.
Na dergelijke werkzaamheden dient u de ruimte
goed te ventileren voordat u de airconditioner
weer in gebruik neemt. Als u dit niet doet, kunnen
vluchtige elementen in de airconditioner blijven zit-
ten, resulterend in waterlekkage of condensdrup-
pels.
BINNENUNIT
• Waar de luchtstroom niet wordt geblokkeerd.
• Waar koele (of warme) lucht zich door de gehele ruimte kan verspreiden.
• Waar geen direct zonlicht op het apparaat valt. Stel het apparaat ook niet
bloot aan direct zonlicht in de tijd tussen uitpakken en gebruik.
• Waar aftappen gemakkelijk kan.
• Op minstens 1 m afstand van tv’s en radio’s. De airconditioner kan de
radio- of tv-ontvangst storen. Voor het betreffende apparaat kan een
antenneversterker nodig zijn.
• Zo ver mogelijk uit de buurt van TL-verlichting en andere sterke lichtbron
-
nen. Zodat het infrarode afstandsbedieningssignaal de airconditioner juist
kan bedienen. De hitte van de lampen kan vervorming veroorzaken of het
ultraviolet licht kan verslechtering veroorzaken.
• Waar het luchtfilter gemakkelijk te verwijderen en te vervangen is.
•
Uit de buurt van andere warmte- of stoombronnen.
AFSTANDSBEDIENING
• Waar de afstandsbediening gemakkelijk te zien en te bedienen is.
• Waar kinderen er niet bij kunnen.
• Kies een plaats op ca. 1,2 m boven de vloer. Controleer of vanaf die
plaats de signalen van de afstandsbediening goed worden ontvangen
door de binnenunit (u hoort dan één of twee pieptonen). Bevestig daarna
de houder van de afstandsbediening aan een muur of pilaar, en plaats de
draadloze afstandsbediening erin.
Opmerking:
In ruimtes waarin TL-verlichting van het invertertype wordt gebruikt, wordt het
signaal van de draadloze afstandsbediening mogelijk niet ontvangen.
Opmerking:
Vermijd installatie op de volgende plaatsen, aangezien problemen met de
airconditioner dan voor de hand liggen.
• Waar ontvlambaar gas kan lekken.
• Op plaatsen met veel machineolie.
•
Waar olie spat of in ruimtes die gevuld zijn met olieachtige rook (zoals
keukens en fabrieken waar de eigenschappen van kunststof kunnen
worden gewijzigd en beschadigd).
• In zoute gebieden, bijvoorbeeld aan de kust.
• In de buurt van sulfidegas, bijvoorbeeld bij hete bronnen, rioleringen en
afvalwater.
• Waar hoogfrequente of draadloze apparatuur aanwezig is.
•
Waar er veel vluchtige organische stoffen vrijkomen, zoals ftalaten en formalde-
hyde, die tot scheuren door chemische inwerking kunnen leiden.
•
Het apparaat moet zich in een ruimte bevinden waar het is gevrijwaard
van mechanische schade.
WAARSCHUWING
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in een ruimte met een groter
vloeroppervlak dan in de installatiehandleiding van de buitenunit
wordt aangegeven.
•
Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit.
RG79Y945H01_nl.indd 2
1/11/2018 3:52:29 PM