15
9.1. Voordat u gaat proefdraaien
► Controleer nadat u de binnen-en buitenapparaten, inclusief pijpen en be
-
drading, volledig heeft geïnstalleerd het geheel op lekken van koelstof, los-
se elektrische contacten in voeding of besturingsbedrading en polariteit en
controleer of er geen verbreking van een fase in de voeding is.
► Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of de weerstand
tussen de netspanningsaansluitpunten en de aarde minimaal 1 MΩ bedraagt.
► Voer deze test niet uit op de aansluitpunten van de besturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
WAARSCHUWING:
U mag de buitenunit niet gebruiken als de isolatie-
weerstand minder dan 1 MΩ bedraagt.
Isolatieweerstand
Na de installatie of nadat de voeding van het apparaat langere tijd is uitgeschakeld,
daalt de isolatieweerstand tot onder 1 MΩ door de ophoping van koelstof in de
compressor. Dit is geen storing. Volg de onderstaande procedures.
1. Haal de bedrading van de compressor los en meet vervolgens de isolatieweer-
stand van de compressor.
2. Als de isolatieweerstand lager is dan 1 MΩ, is de compressor defect of is de
weerstand gedaald door de ophoping van koelstof in de compressor.
3. Sluit de bedrading van de compressor weer aan en schakel de voeding in. De
compressor zal nu beginnen met warmdraaien. Meet de isolatieweerstand op-
nieuw nadat de voeding gedurende de hieronder aangegeven periode is inge-
schakeld.
• De isolatieweerstand daalt door de ophoping van koelstof in de compressor.
De weerstand stijgt tot boven 1 MΩ nadat de compressor 4 uur heeft warmge
-
draaid.
(De tijd die de compressor nodig heeft om warm te draaien varieert afhankelijk
van de atmosferische omstandigheden en de ophoping van koelstof.)
•
Bij ophoping van koelstof in de compressor moet deze voor gebruik ten minste
12 uur warmdraaien om storingen te voorkomen.
4. Als de isolatieweerstand stijgt tot boven 1 MΩ, is de compressor niet defect.
VOORZICHTIG:
•
De compressor werkt uitsluitend als de fase-aan-
sluiting van de netspanning correct is.
•
Zet de netspanningschakelaar ruim 12 uur voordat
u de airconditioner gaat gebruiken aan.
-
Als u het apparaat meteen nadat u de netschakelaar heeft omgedraaid aanzet,
kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd worden. Gedurende het seizoen
waarin u het apparaat gebruikt, moet u de netschakelaar altijd aan laten staan.
► Controleer ook het volgende.
• Het buitenapparaat is niet defect. LED1 en LED2 op het bedieningspaneel van
het buitenapparaat knipperen als het apparaat defect is.
• Zowel de gas- als vloeistofafsluitkraan staan volledig open.
• Het DIP-schakelaarpaneel op het bedieningspaneel van het buitenapparaat
is voorzien van een beschermplaatje. Verwijder het beschermplaatje om de
DIP-schakelaars eenvoudig te kunnen bedienen.
9. Proefdraaien
9.2. Proefdraaien
9.2.1. DipSW-instelling van de binnenunit
Controleer of Dip SW2-4 op het schakelbord van de binnenunit op OFF staat. Deze buitenunit werkt niet in de koelstand.
9.2.2. Afstandsbediening gebruiken
Zie installatiehandleiding binnenapparaat.
Opmerking :
Af en toe kan damp, veroorzaakt door de ontdooiende werking erop lijken alsof er rook uit de buitenste behuizing komt.
10. Speciale functies
A
Voorbeeld van elektrisch schema
(Vraagfunctie)
B
Indeling ter plaatse
X, Y: Relais
C
Externe invoeradapter
(PAC-SC36NA-E)
D
Bedieningspaneel buitenapparaat
E
Max. 10 m
F
Stroomvoorziening voor relais
10.2. Vraagfunctie (wijziging ter plaatse) (Fig. 10-2)
Door de volgende wijziging uit te voeren, kan het energieverbruik worden terugge-
drongen met 0-100% van het normale verbruik.
De vraag-functie kan worden geactiveerd door installatie van een in de handel ver-
krijgbare timer of het omzetten van een ON/OFF-schakelaar op de CNDM-stekker
(afzonderlijk verkrijgbaar) op het bedieningspaneel van het buitenapparaat.
1
Breidt het circuit uit zoals afgebeeld bij gebruik van de externe invoeradapter
(PAC-SC36NA-E). (Afzonderlijk verkrijgbaar)
2
Door het omzetten van de schakelaars SW7-1 op het bedieningspaneel van het
buitenapparaat, kan het energieverbruik met de volgende percentages worden
beperkt (in vergelijking met het normale verbruik):
SW7-1
SW2
SW3
Energieverbruik
Vraag-
functie
ON
OFF
OFF
100%
ON
OFF
75%
ON
ON
50%
OFF
ON
0% (Stop)
Fig. 10-2
A
SW2
SW3
Orange
1
3
Brown
Red
CNDM
Y
X
X
Y
F
B
E
C
D
10.1. Stille werking (wijziging ter plaatse) (Fig. 10-1)
10.1.1. De CNDM-connector gebruiken (optie)
Als u de onderstaande wijziging uitvoert, kunt u het bedrijfsgeluid van de buitenunit
verminderen.
De stille werking kan worden geactiveerd door installatie van een in de handel ver-
krijgbare timer of het omzetten van een ON/OFF-schakelaar op de CNDM-stekker
(afzonderlijk verkrijgbaar) op het bedieningspaneel van het buitenapparaat.
•
Het resultaat varieert afhankelijk van de buitentemperatuur, weersomstandighe-
den etc.
1
Breidt het circuit uit zoals afgebeeld bij gebruik van de externe invoeradapter
(PAC-SC36NA-E). (Afzonderlijk verkrijgbaar)
2
SW7-1 (Bedieningspaneel buitenapparaat): OFF
3
SW1 op ON: Stille werking
SW1 op OFF: Normale werking
10.1.2. Afstandsbediening gebruiken
Zie installatiehandleiding binnenapparaat.
A
Voorbeeld van elektrisch schema
(stille werking)
B
Indeling ter plaatse
C
Externe invoeradapter
(PAC-SC36NA-E)
X: Relais
D
Bedieningspaneel buitenapparaat
E
Max. 10 m
F
Stroomvoorziening voor relais
Fig. 10-1
A
SW1
Orange
1
3
Brown
Red
E
B
F
CNDM
X
X
C
D
Rood
Rood
Bruin
Bruin
Oranje
Oranje
nl
BH79D674L01_04nl.indd 15
2019/11/11 9:01:11
065
Содержание AA Series
Страница 387: ...A5_white_tombo indd 1 2019 10 08 15 46 41 387 ...
Страница 388: ...A5_white_tombo indd 1 2019 10 08 15 46 41 388 ...
Страница 389: ...A5_white_tombo indd 1 2019 10 08 15 46 41 389 ...