NEDERLANDS
4. Elke keer dat u op de
STOP
-knop drukt gaat de
oplader een stap naar onderen in de tabel
naar de volgende code. Na
de laatste code gaat het terug naar de eerste
code.
5. Gebruik
F1
om een waarde in te stellen of een
functie te selecteren.
Wanneer
F1
brandt is er een functie of waarde
geselecteerd.
6. Wanneer alle parameters zijn bewerkt kan de
netvoeding ontkoppeld worden. De configuratie
wordt automatisch opgeslagen.
Gegevens
Tijdens het laden worden gemeten waarden en
gebeurtenissen opgeslagen voor
servicedoeleinden. Deze informatie is beschikbaar
via de PC-applicatie Access™ Service tool.
Onderhoud en fouten
opsporen
De onderstaande controles worden aanbevolen
tijdens het opsporen van fouten en onderhoud.
WAARSCHUWING
Hoge spanning!
Uitsluitend gekwalificeerd personeel mag dit
product installeren, gebruiken of onderhouden.
Ontkoppel de accu en netvoeding vóór onderhoud,
service of demontage.
WAARSCHUWING
Hoge spanning!
Als het duidelijk is dat de accu-oplader, kabels of
aansluitingen beschadigd zijn, moet de netvoeding
wordt uitgeschakeld cq. de stekker uit het
stopcontact worden getrokken. Raak de
beschadigde delen niet aan.
Raak de ongeïsoleerde accupolen, aansluitingen
of andere onder spanning staande delen niet aan.
Neem contact op met een servicemonteur.
Controles
1. Controleer de kabels en aansluitingen op
schade.
2. Controleer of de accu vrij is van fouten, in
goede staat is en van het juiste type is voor de
accu-oplader.
3. Controleer of de accu goed is aangesloten en
of de accuzekering, indien aanwezig, niet kapot
is.
4. Controleer of de hoofdspanning correct is en of
er geen kapotte zekeringen zijn.
Stop vanwege veiligheid
Het opladen wordt beëindigd wanneer:
• Het opgeladen aantal ampère-uren de
vooringestelde waarde overschrijdt.
• De oplaadtijd voor een van de oplaadfasen de
vooringestelde waarde overschrijdt.
• Spanning en stroom overschrijden de maximum
ingestelde waarde.
• De accu losgekoppeld wordt zonder dat de
accu-oplader is gestopt.
Het opladen wordt tijdelijk gestopt of verlaagd
wanneer:
• De temperatuur van de accu-oplader de
grenzen van de oplader overschrijden.
Controleren van de
foutboodschappen
Wanneer de accu-oplader een fout ontdekt:
• brandt er een alarmlampje op het
bedieningspaneel. Zie pos 2.
Noteer de informatie van de foutboodschappen en
bel een servicemonteur.
Technische gegevens
Omgevingstemperatuur: –35 - 55 °C (–31 - 131 °F)
Een omgevingstemperatuur hoger dan 40 °C zal
het uitgangsvermogen beperken.
Netspanning: Kijk bij de gegevens op label
1
Vermogen: Kijk bij de gegevens op label
1
Efficiëntie: >90% bij volle belasting.
IP beschermingsklasse: IP20 (IEC
voedingsingang). IP66 (vast netsnoer).
Goedkeuring: CE en/of UL. Kijk bij de gegevens op
label
1
1) Zit aan de linker- of onderzijde van de oplader.
127
Содержание Access 30
Страница 2: ......
Страница 197: ...00086 mm 100 100 100 609 307 5 215 57 5 10 210 220 Fig 5 Casing A11 and A12 fan cooled 197 ...