Metabo ASR 25 L SC, Оригинальное руководство пользователя

Страница: 46 / 167

nl NEDERLANDS
46
knipperen als waarschuwing dat de vlies-
filterzakken vervangen of de aftrilinrichting
geactiveerd moet worden.
7.2 Stopcontact (3)
Het stopcontact (3) is alleen bestemd voor
de aansluiting van elektrisch gereedschap.
De maximaal toelaatbare opgenomen
stroom
(van zuiger en aangesloten apparaat) mag in het
totaal de waarde I
max
(zie tabel, pagina 2) niet
overschrijden.
Attentie! Elektrisch gereedschap moet bij
het inbrengen zijn uitgeschakeld. Ongeacht
de
schakelaarstand staat het stopcontact altijd onder
spanning wanneer via de netstekker contact
wordt gemaakt met het stroomnet.
Staat de schakelaar (1) op de stand „0“, dan kan
het stopcontact als verlengingskabel (bijv. voor
licht) worden gebruikt.
Staat de schakelaar (1) op de stand „RA“, dan
wordt de zuiger in- resp. uitgeschakeld door een
elektrisch gereedschap dat is aangesloten op het
stopcontact (3).
7.3 Volumestroom-controlelampje
Bij een vol reservoir en/of verstopping van de
zuigslang brandt het volumestroom-
controlelampje (2). Bij ASR 25 M SC, ASR 50 M
SC klinkt bovendien een akoestisch signaal.
7.4 Draaischakelaar voor het instellen van de
zuigslang-diameter (alleen ASR 25 M SC,
ASR 50 M SC)
Stel bij de draaischakelaar (4) de
zuigslangdiameter in van de gebruikte zuigslang.
Staat de schakelaar (1) op de stand „RA“, „A“ of
„I“, dan wordt de volumestroom bewaakt.
Komt de volumestroom onder een bepaalde
waarde, dan worden de filtercassettes in de
werkpauzes afgeschud in stand RA. Blijft de
volumestroom desondanks onder de waarde, dan
gaat het volumestroom-controlelampje branden
en klinkt bij schakelaarstand „RA“ bovendien een
signaal als waarschuwing dat het reservoir moet
worden geleegd resp. de vlies-filterzak (6) of PE-
filterzak (5) moet worden vervangen.
Ø 35 mm => 70 m³/h
Ø 27 mm => 41 m³/h
Ø 19 mm => 20 m³/h
Opmerking: Bij een zuigslang-diameter van 19
mm of kleiner en een ongunstige doorstroming in
de zuigslang kan het voorkomen dat het
volumestroomcontrolelampje (2) knippert en er
een signaal klinkt, terwijl de vlies-filterzak nog niet
geleegd hoeft te worden. In dit geval de slang
recht leggen, reinigen en eventueel inkorten.
Opmerking: Wanneer vanwege een stofbron (bijv.
een kleine diameter van het afzuigkanaal in de
stofbron, maar een grote diameter van de
zuigslang) de draaischakelaar (4) op een kleinere
waarde moet worden gezet, dan is een toereikend
stoftransport in de zuigslang niet gegarandeerd.
De zuigslang moet na het gebruik altijd van de
stofbron worden getrokken om deze schoon te
zuigen.
8. Gebruik
8.1 Droogzuigen
Alleen zuigen met een filter, apparaat en
accessoires die droog zijn. In vochtige toestand
kan het stof zich vasthechten en een korst
vormen.
Vlies-filterzakken (6) of PE-filterzakken (5) altijd
samen met filtercassettes (16) gebruiken.
8.2 Natzuigen
Het apparaat nooit gebruiken zonder dat
de filtercassettes (16) zijn ingebracht. Het
appa-
raat kan definitief defect raken. Bovendien kan er
water uit komen.
Er kunnen vlies-filterzakken (6) of PE-filterzakken
(5) worden gebruikt. De filtercassettes (16) zijn
geschikt voor het natzuigen.
Vóór het natzuigen het droge zuigproduct
verwijderen. Hierdoor wordt sterke vervuiling en
verkorsting voorkomen.
De ingebouwde watersensor schakelt de motor uit
als het reservoir vol is. Apparaat leegmaken.
Wordt het apparaat niet uitgeschakeld, dan blijft de
herstartbeveiliging actief. Het apparaat is pas
weer klaar voor gebruik nadat het eerst uit- en
vervolgens opnieuw ingeschakeld is.
Na het uitschakelen kan er wat water uit de slang
teruglopen.
Vóór het legen eerst de zuigslang uit de vloeistof
nemen.
Wordt het apparaat vervolgens voor droogzuigen
gebruikt, dan een droog filter plaatsen. Bij
veelvuldige wisseling tussen droog- en natzuigen
raden wij het gebruik van een tweede (wissel)filter
aan. Filter, reservoir en accessoires laten drogen,