66
of meer van de knoppen korter dan 5 seconden indrukt, wordt de
weektimerfunctie gestopt en de vorige instelling bevestigd.
GEBRUIK VAN DE TIMERKNOP (13) OP HET
BEDIENINGSPANEEL OM DE WEEKTIMER IN TE STELLEN
Houd de timerknop (13) op het bedieningspaneel 5 seconden
ingedrukt om de lokale tijd (01,02,03, …21,22,23) in te voeren met
behulp van de vlamknop (11) of de thermostaatknop (12). Druk daarna
nogmaals op de timerknop (13) om de vorige instelling te bevestigen.
Op de digitale display verschijnt “1d” om met instellen van de eerste
groep te beginnen. Druk nogmaals één keer op de timerknop (13) en
meteen nadat de
digitale display “--” weergeeft om de INSCHAKELTIMER in te stellen
door op de vlamknop (11) of de thermostaatknop (12) te drukken.
Druk nogmaals op de timerknop (13) en nadat de digitale display “--”
weergeeft, zet u de UITSCHAKELTIMER in door op de vlamknop (11)
of de thermostaatknop (12) te drukken. Druk daarna eenmaal op de
timerknop (13) om de voorgaande instellingen te bevestigen en nadat
de digitale display “--” weergeeft om de gewenste temperatuur in te
stellen. Herhaal dit voor het instellen van 2d,3d, .. ,7d. Om naar een
specifieke dag/groep te gaan, houdt u de timerknop (13) ingedrukt
om de timerfunctie te selecteren en in te stellen op de aangegeven
gewenste datum.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING OM DE WEEKTIMER IN
TE STELLEN
Druk de eerste keer op de weektimerknop (14) om de functie te
activeren en de lokale tijd in te stellen met de weektimerinstelknoppen
(15) “+”/”-”. Druk nogmaals op de weektimerknop (14) en op de
display (B) verschijnt “1d”. Druk nogmaals op de weektimerknop (14)
om naar de instelmodus te gaan en op de digitale display verschijnt
“--”. Druk daarna op de weektimerinstelknoppen (15) “+”/”-” om de
in- en uitschakeltijd van het apparaat in te stellen. Druk 4 keer op de
weekknop (14) om de temperatuur in te stellen.
Herhaal de bovenstaande handelingen om de tijd en temperatuur voor
andere groepen en verschillende dagen in te stellen.