![Meec tools 021647 Скачать руководство пользователя страница 86](http://html.mh-extra.com/html/meec-tools/021647/021647_operating-instructions-manual_1763729086.webp)
NL
86
• Als het blad gedraaid wordt of verkeerd in
de snede komt te zitten, kunnen de
zaagtanden van de achterste snijvlak in
het oppervlak van het werkstuk snijden,
zodat het zaagblad uit het zaagspoor
wordt gerukt en terug naar de gebruiker
wordt geworpen.
Terugslag treedt op bij een onjuist gebruik
van de zaag en/of onjuiste werkmethoden
of arbeidsomstandigheden en kan worden
voorkomen met de onderstaande maatregelen.
• Houd de zaag stevig met beide handen
vast en houd uw armen in een positie
waardoor terugslag wordt voorkomen.
Ga aan de zijkant van het blad staan, niet
in dezelfde lijn. Terugslag kan ertoe leiden
dat de zaag naar achteren wordt gegooid,
maar de gebruiker kan deze krachten met
de juiste maatregelen controleren.
LET OP! De woorden "met beide handen"
zijn niet van toepassing op cirkelzagen
met een max. bladdiameter van 140 mm
of kleiner.
• Als het blad vast komt te zitten of een
zaagbeweging om een of andere reden
wordt onderbroken, laat dan de
aan-uitschakelaar los en houd de zaag stil
in het werkstuk totdat het zaagblad
volledig gestopt is. Probeer nooit om de
zaag uit het werkstuk te halen of de zaag
naar achteren te trekken terwijl het blad
nog in beweging is – kans op terugslag.
Onderzoek en verhelp de oorzaak van dat
het blad vast komt te zitten.
• Indien de zaag wordt gestart met het blad
in het werkstuk, centreer dan het
zaagblad in het zaagspoor en controleer
of de zaagtanden niet door het materiaal
gaan. Als het blad vast komt te zitten, kan
het worden opgetild of van het werkstuk
terugslaan wanneer de zaag opnieuw
wordt gestart.
• Ondersteun grotere planken om de kans
op terugslag of dat het blad vast komt te
zitten te verkleinen. Grote planken buigen
vaak door onder hun eigen gewicht. De
plank moet aan weerszijden worden
ondersteund, in de buurt van de zaaglijn
en aan de randen van de plank.
• Gebruik geen botte of beschadigde
zaagbladen. Slecht geslepen of verkeerd
ingestelde bladen zorgen voor een smal
zaagspoor, wat leidt tot grote wrijving,
vastlopende zaagbladen en terugslag.
• De vergrendelingen voor de diepte- en
hoekinstelling van het zaagblad moeten
voor aanvang van de werkzaamheden zijn
vastgedraaid en vastgezet. Als de instelling
van het zaagblad verandert tijdens het
zagen, bestaat kans op terugslag of dat
het blad vast komt te zitten.
• Wees met name voorzichtig bij invalzagen
in muren en dergelijke waar u geen zicht
op hebt. Het uitstekende blad kan
voorwerpen raken die terugslag kunnen
veroorzaken.
Onderste bescherming
• Controleer voor elk gebruik of de onderste
bescherming correct sluit. Gebruik de zaag
niet als de bescherming niet vrij kan
bewegen en het zaagblad niet
onmiddellijk omsluit. De bescherming
mag nooit in open positie vergrendeld of
geblokkeerd worden. Indien de zaag
wordt blootgesteld aan schokken, kan de
bescherming verbuigen. Breng de
onderste bescherming omhoog met de
handgreep en controleer of deze vrij kan
bewegen bij alle zaagdieptes en -hoeken
zonder het zaagblad of andere
onderdelen aan te raken. LET OP! Een
andere benaming voor "handgreep" is
mogelijk.
• Controleer of de veer van de onderste
bescherming goed werkt. Als de
bescherming en de veer niet goed
werken, moeten ze worden gerepareerd
voor u ze gebruikt. De onderste
bescherming kan langzaam gaan
vanwege beschadigde onderdelen,
kleverige afzettingen of opgehoopt vuil.
• De onderste bescherming mag alleen bij
bepaalde zaagtoepassingen handmatig
worden teruggeleid, bijvoorbeeld
invalzagen en combinatiezagen. Breng de
onderste bescherming met behulp van de