94
NL
3 Het Gebruik / 4 Diversen
7.
Wanneer de inhalatie is voltooid, schakel het instrument dan
uit door op de AAN/UIT-toets
te drukken, zelfs indien u
niet het gehele inhalaat heeft verbruikt. De batterijindicator
(groen,
) gaat uit.
8.
Indien het inhalaat verneveld is, wordt het instrument na korte
tijd automatisch uitgeschakeld (automatische eindschakeling).
Door technische oorzaken blijft er een klein restje in de verneve-
lingskamer achter.
9.
Verwijder de resten inhalaat. Gebruik deze resten niet opnieuw.
10.
Reinig het instrument direct na iedere toepassing. (Raadpleeg
voor meer informatie 'Reiniging en onderhoud')
AANWIJZING
Indien u het masker gebruikt, blijft er een grotere
hoeveelheid aërosol over op het slijmvlies van de
neus-keelholte dan bij de toepassing met behulp van
het mondstuk.
Het instrument is voorzien van een automatische eindschakeling:
wanneer het inhalaat verbruikt is en er geen of slechts een uiterst
geringe rest vloeistof in de kamer overgebleven is, wordt het
instrument binnen korte tijd automatisch uitgeschakeld.
Gebruik het instrument niet wanneer de vernevelingskamer leeg
is.
Waarmee mag ik het instrument bijvullen?
Gebruikt u alleen wateroplosbare of op basis van alcohol vervaar-
digde preparaten/medicamenten. Alle in de handel gebruikelijke
inhalatie-oplossingen voor ultrageluidinhalatie-instrumenten
mogen worden gebruikt. Gebruik geen op basis van olie vervaar-
digde inhalaten. Vraag uw arts, welk preparaat geschikt is voor u.
Uitvoeriger informatie krijgt u ook in vakboeken over het thema
"aërosol", "inhalatie" of ademtherapie", evenals bij werkge-
meenschappen en verenigingen of bij uw arts.
4.1
Vaak gestelde
vraag en het
antwoord daarop
3.9
Automatische
eindschakeling