64
7. Ingebruikname
7.2 DMX-aansluiting
Er kunnen max. 32 apparaten in een DMX-ketting worden opgenomen, omdat anders de
controller wordt overbelast.
De maximale totale lengte van de DMX-ketting mag 500m niet overschrijden.
Bij gebruik van XLR-microfoonkabels kan het tot storingen in de DMX-signaaloverdracht
komen. Gebruikt u in dit geval speciale DMX-hoogfrequentleidingen.
Aansluiting van een DMX-controller
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor aansluitingen op DMX-controllers met DMX-512-
protocol.
• Verbind de aansluiting DMX IN (2) met de uitgang van de DMX-controller.
• De controller moet over 10 vrije besturingskanalen beschikken.
• Verbind de aansluiting DMX OUT (4) met de DMX-ingang van het volgende apparaat. Als het lichteffect het
laatste of het enige apparaat in de DMX-ketting is, dan plaatst u hier een XLR-stekker met een 120 Ohm/0,25
W-afsluitweerstand (tussen pen 2 en pen 3).
Bedrading van de DMX-aansluiting: Pen 1 = massa / Pen 2 = (-) / Pen 3 = (+)
Verbind de massaleiding GND nooit met de massa van de behuizing van het lichteffect, omdat het
anders kan komen tot storingen in de signaaloverdracht, veroorzaakt door massalussen.