N
E
D
E
RL
AN
D
S
15
BEDIENING
1
Schakel het apparaat in door aan de temperatuurregelaar te draaien en stel de gewenste temperatuur
in. Tijdens het verwarmingsproces zal het indicatielampje oplichten.
De eerste keer dat u het apparaat gebruikt, kan er wat rookontwikkeling ontstaan en een lichte
brandlucht merkbaar zijn. Dit is normaal en zal na een paar keer gebruik verdwijnen.
2
Wanneer het indicatielampje uitschakelt, dan heeft het apparaat de ingestelde temperatuur bereikt
en is deze klaar voor gebruik.
3
Voordat u het beslag toevoegt, bestrijk dan de kookplaten met wat boter of bakolie (anti-aanbak spray
werkt ook goed). Dit helpt voorkomen dat de wafels aan de kookplaten blijven plakken.
Herhaal dit proces om de paar partijen
.
4
Voeg niet teveel beslag toe maar net genoeg om de hoogste randen te bedekken.
5
Sluit het deksel en stel de timer naar wens in. Als de ingestelde tijd is verstreken, gaat de timer af.
6
Controleer of het product gaar is en verwijder deze met behulp van houten of plastic keukengerei.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van het product, het wafelijzer is erg heet en kan ernstige
brandwonden kan veroorzaken. Het wordt aanbevolen om beschermende handschoenen te dragen
tijdens gebruik.
7
Schakel de machine uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
8
Maak het apparaat na gebruik altijd schoon (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
9
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, schakel deze dan altijd uit en ontkoppel de stroom- en/
of gastoevoer.
MOGELIJKE STORINGEN
Het volgende overzicht geeft u beter inzicht in mogelijke storingen. Echter, het apparaat dient alleen
open gemaakt of gerepareerd te worden door een gediplomeerd vakman. Neem bij twijfel contact op
met uw leverancier.
Probleem
Mogelijke Oorzaak
Mogelijke Oplossing
Het apparaat werkt niet.
]
Het apparaat is uitgeschakelt
]
De stroomtoevoer is onderbroken.
]
Het voltage is onjuist.
]
Onbekend probleem.
f
Schakel het apparaat in.
f
Controleer de stroomtoevoer, steek
de stekker in het stopcontact.
f
Gebruik een geschikte
stroomaansluitingtoevoer.
f
Neem contact op met uw leverancier.
Het apparaat wordt niet
warm.
(verwarming indicator aan)
]
Temperatuur te laag ingesteld.
]
Thermostaat defect.
]
Verwarmingselement defect.
]
Oververhittingsbeveiliging ingeschakeld.
f
Wijzig instellingen.
f
Vervang onderdeel.
f
Vervang onderdeel
f
Reset beveiligingsschakelaar
Temperatuur kan niet
worden gewijzigd.
]
Thermostaat defect.
f
Vervang onderdeel.
Indicatorlampje werkt niet
maar apparaat werkt
normaal.
]
Lamp defect.
f
Vervang onderdeel.